Langzaam weer begonnen en mijn eerste blogjes zijn nu te lezen op Koolwitje, onder de URL http://wittevleugels.blogspot.com/. Een nog wat rommelige start aldaar. Het mag de pret niet drukken. Veel zal er niet veranderen.
21.3.08
28.6.07
Blogzak
Ben bijna een maand niet aan het weblog toegekomen. Heb wel een voorraad onderwerpen maar nu Stefan vertrokken is moet ik weer erg hard werken en heb daarom weinig tijd gevonden blogjes te schrijven. Daarbij laten zich twee andere problemen gevoelen. Vorig jaar gaf ik nog aan dat ik schreef zonder me om mijn lezers te bekommeren. Maar dat houd ik niet helemaal vol. Stiekem ga ik bij mezelf eisen stellen aan de inhoud en stijl van de postings. Is het onderwerp wel leuk of interessant genoeg, heb ik een aardige invalshoek te pakken etc. En daarvan kun je, zo heb ik ergens gelezen Blogstress krijgen. Voorkomen is beter dan genezen zo heb ik even gedacht. De zomervakantie die eind volgende week begint ga ik benutten om na te denken over voortzetting van mijn “Dagelijks Leven” en over het format waarin ik verder wil werken. Ik blijf schrijven leuk vinden maar ben zoekende.
U kunt gerust tot 1 augustus wachten met het opnieuw kijken naar Dagelijks Leven. Het reces is begonnen.
30.5.07
Taaie Tinus
Ik liep al weken met een bizarre wedloop in mijn hoofd. Wie zou er eerder doodgaan: de buurvrouw of Tinus, ons konijn. Het werd zoals je al gelezen kunt hebben de buurvrouw.
Tinus had al jaren last van schimmel. Nu werd hij al door niemand anders opgepakt dan door mij, de verzorging berustte hoofdzakelijk in mijn handen. Hij begon steeds moeilijker te bewegen en onlangs openbaarde zich een soort verlamming aan z’n achterpoten. Hij viel om als hij tegen het gaas aansprong wanneer ik met het etensbakje aankwam. Krabbelde dan wel weer op en at dan zijn bakje toch braaf leeg.
Op een avond zat Coos huilend voor het hok. Tinus die inmiddels op de begane grond zijn bivak had gekozen lag amechtig op zijn zij. We drapeerden wat stro rond om hem en ik sprak de plechtige verwachting uit dat hij die nacht wel zou sterven. Maar hij bleek taaier dan gedacht. Binnen het gezin kwam de euthanasiediscussie op gang. Hetty voor, Coos tegen en ik om meerdere redenen weifelachtig. Ik dacht dat hij op korte termijn zelf het leven wel zou laten en om met zo’n schimmelig en ogenschijnlijk verwaarloosd beestje bij de dierenarts aan te komen bezwaarde mijn gemoed: schaamte. Palliatieve zorg en versterven leek me een aanvaardbare tussenweg. Maar god,,wat duurde dat langer dan ik had gehoopt. Uiteindelijk besprak ik dinsdagavond met Coos, de wettige eigenaar van het diertje, dat ik op mijn donderdagse thuisdag met Tinus naar de dierenarts zou gaan voor een spuitje. Tijdens het afscheidsfeest van Stefan, op woensdag, (waarover een ander blogje) belde Coos mij met de mededeling dat Tinus was overleden. Een zucht van verlichting.
William was zo aardig hem in een kartonnen doosje af te leggen. Donderdagavond dolf ik een grafje in de voortuin.
Het hok is nu leeg en ik betrap me bijna iedere avond nog op de gedachte dat ik hem wat te eten moet geven. En als ik langs het hok loop kijk ik nog steeds naar binnen met het idee dat’ie er zou kunnen zitten. Niet omdat ik veel van het konijntje hield, meer uit gewoonte. Die kunnen dieper inslijten dan je ooit van je zelf had kunnen denken.
De kinderen lijken hem al helemaal vergeten. Maar dat is niks nieuws.
(hierboven een jeugdfoto van hem)
Tinus had al jaren last van schimmel. Nu werd hij al door niemand anders opgepakt dan door mij, de verzorging berustte hoofdzakelijk in mijn handen. Hij begon steeds moeilijker te bewegen en onlangs openbaarde zich een soort verlamming aan z’n achterpoten. Hij viel om als hij tegen het gaas aansprong wanneer ik met het etensbakje aankwam. Krabbelde dan wel weer op en at dan zijn bakje toch braaf leeg.
Op een avond zat Coos huilend voor het hok. Tinus die inmiddels op de begane grond zijn bivak had gekozen lag amechtig op zijn zij. We drapeerden wat stro rond om hem en ik sprak de plechtige verwachting uit dat hij die nacht wel zou sterven. Maar hij bleek taaier dan gedacht. Binnen het gezin kwam de euthanasiediscussie op gang. Hetty voor, Coos tegen en ik om meerdere redenen weifelachtig. Ik dacht dat hij op korte termijn zelf het leven wel zou laten en om met zo’n schimmelig en ogenschijnlijk verwaarloosd beestje bij de dierenarts aan te komen bezwaarde mijn gemoed: schaamte. Palliatieve zorg en versterven leek me een aanvaardbare tussenweg. Maar god,,wat duurde dat langer dan ik had gehoopt. Uiteindelijk besprak ik dinsdagavond met Coos, de wettige eigenaar van het diertje, dat ik op mijn donderdagse thuisdag met Tinus naar de dierenarts zou gaan voor een spuitje. Tijdens het afscheidsfeest van Stefan, op woensdag, (waarover een ander blogje) belde Coos mij met de mededeling dat Tinus was overleden. Een zucht van verlichting.
William was zo aardig hem in een kartonnen doosje af te leggen. Donderdagavond dolf ik een grafje in de voortuin.
Het hok is nu leeg en ik betrap me bijna iedere avond nog op de gedachte dat ik hem wat te eten moet geven. En als ik langs het hok loop kijk ik nog steeds naar binnen met het idee dat’ie er zou kunnen zitten. Niet omdat ik veel van het konijntje hield, meer uit gewoonte. Die kunnen dieper inslijten dan je ooit van je zelf had kunnen denken.
De kinderen lijken hem al helemaal vergeten. Maar dat is niks nieuws.
(hierboven een jeugdfoto van hem)
27.5.07
Pinksterkamp
Vorig jaar lukt het niet het pinksterkampeerweekend met de Ghijssens en Verhoevens te organiseren. Dit jaar werd op het nippertje iets op de Vlinderhoeve belegd Peter en John stuurden er met hun campers naar toe. Hetty vond de weervoorspellingen te nat om de tent uit het foedraal te halen, dus kozen wij voor de dagvariant. Daar had Karin wel een beetje de pest over in evenals onze kinderen die liever twee nachten onder zeil zouden zijn gegaan. De negatieve gevoelens over de luxepaardjes Pa en Ma werden nog eens versterkt door het feit dat de weersomstandigheden bleken mee te vallen. Mijn stelling dat het buiten altijd mooier weer is dan binnen werd ook dit keer bevestigd. Ondanks deze hobbeltjes werd het een knus samenzijn met bier, pizza en veel rode wijn. Volgend jaar openen wij ons kampeerseizoen met Pinksteren. Behalve als er vorst wordt voorspeld.
26.5.07
Edel vlees
Elfjarige meisjes worden tegenwoordig vegetarisch. Carnicoos was tot voor kort haar bijnaam. Ze verslond met graagte biefstuk, entrecote en karbonade. Alleen van paardenvlees moest ze als amazone niks hebben. Plots op een dag, enkele weken geleden, stopte ze er mee. Met dat lekkere vlees eten. Zaten we na jaren getob net op een haast gezinsuniforme maaltijd krijgen we deze uitzondering weer.
Wolter belde eergisteren dat’ie naar de Achterhoekse Paardendagen ging, vooral om het vierspanrijden te bekijken. ’t Leek me een mooie gelegenheid hem te treffen en Coos een leuk uitje te bezorgen. Dus wij op pinksterzaterdag naar Zelhem. Daar werden de wagentjes met vier paarden in het span hardhandig en zeer snel door wel erg nauwe hindernissen gemanoeuvreerd. Als ze vast kwamen te zitten schreeuwde de voerman extra hard, wapperde met zijn zweep, en hop daar ging het zaakje weer. Daarna bekeken we een tijdje een springtoernooi waarbij de paarden over hindernissen van 1.40 meter werden gedreven.
Ik kon niet nalaten Coos te vragen of ze dit als vegetariër kon aanzien, al gaf ik toe dat het verband misschien wat vergezocht was.
Wolter belde eergisteren dat’ie naar de Achterhoekse Paardendagen ging, vooral om het vierspanrijden te bekijken. ’t Leek me een mooie gelegenheid hem te treffen en Coos een leuk uitje te bezorgen. Dus wij op pinksterzaterdag naar Zelhem. Daar werden de wagentjes met vier paarden in het span hardhandig en zeer snel door wel erg nauwe hindernissen gemanoeuvreerd. Als ze vast kwamen te zitten schreeuwde de voerman extra hard, wapperde met zijn zweep, en hop daar ging het zaakje weer. Daarna bekeken we een tijdje een springtoernooi waarbij de paarden over hindernissen van 1.40 meter werden gedreven.
Ik kon niet nalaten Coos te vragen of ze dit als vegetariër kon aanzien, al gaf ik toe dat het verband misschien wat vergezocht was.
21.5.07
Maat 50
Marc werd vijftig. Ieder jaar Sinterjassen we en rijmen we telkens weer met woorden uit onze kaartkunst. Voor zijn verjaarsbundeltje rederijkerde ik er weer lustig op los. Een fragment.
Wij
Wanneer het verleden lengt,
de kaart steeds minder toekomst brengt,
tellen wij de slagen.
Verdrijven zo de doem der dagen
die nimmer onze roem nog heeft gekrenkt.
Gehuld in rijk gedecoreerde klaverjassen
zullen we tijd en tegenstrevers overklassen
Ons wapen is de overmoed
welke ons zo behendig toveren doet,
ons ‘t ellendig lot bespaart van pover passen.
…..
Door hen en ’t verstrijken van de jaren uitgedaagd
hebben wij niet louter om de buit gejaagd.
Aan de stenen van strijd en vroom gebed
is onze maatschap jarenlang gewet
tot klinkende saamhorigheid waarmee
ons leven eeuwig wordt geschraagd..
Wij
Wanneer het verleden lengt,
de kaart steeds minder toekomst brengt,
tellen wij de slagen.
Verdrijven zo de doem der dagen
die nimmer onze roem nog heeft gekrenkt.
Gehuld in rijk gedecoreerde klaverjassen
zullen we tijd en tegenstrevers overklassen
Ons wapen is de overmoed
welke ons zo behendig toveren doet,
ons ‘t ellendig lot bespaart van pover passen.
…..
Door hen en ’t verstrijken van de jaren uitgedaagd
hebben wij niet louter om de buit gejaagd.
Aan de stenen van strijd en vroom gebed
is onze maatschap jarenlang gewet
tot klinkende saamhorigheid waarmee
ons leven eeuwig wordt geschraagd..
20.5.07
Kockey
De jongens moesten tegen een ander E-team van ons eigen DHV. De tegenstanders, een team van iets jongere jongens maar wel allemaal afkomstig uit Gorssel en Epse. Jongens uit families die al eeuwen hockeyen zullen we maar zeggen. Handig door de ouders in 1 team bij elkaar gemanipuleerd. Natuurlijke selectie, heet dat.
We hadden een voorsprong van 4 tegen 2. Een van de ouders, Jan B. stond aan de andere kant van het veld al de hele tijd heel fanatiek te coachen. Maar hij begon ook opmerkingen tegen de scheidsrechter te maken. Opmerkingen die ik vanuit de verte niet kon verstaan. Allengs begon de scheidsrechter, een jongen van een jaar of 15 uit een B-team, partijdiger te fluiten. Er werden twee doelpunten van ons afgekeurd en we schopten wel erg vaak tegen de bal. Ik zou teveel op Louis van Gaal gaan lijken door de arbitrage de schuld te geven van “een wending” in de wedstrijd doch het gebeurde in ieder geval mede dankzij hem en vooral vanwege de opjutterij van Jan B. Ik was ziedend. We verloren met 7 tegen 5 en enkele van de teamleden konden nadien hun tranen niet bedwingen. Niet zozeer omdat we hadden verloren maar vooral vanwege het onrecht dat hen was aangedaan. Jan B. was nergens meer te bekennen want ik had nare woorden bedacht om zijn onsportieve gedrag en fanatieke karakter aan de kaak te stellen. Ik moest het doen met zijn ex-vrouw Elsbeth B die ik alleen maar kon toevoegen dat ze zich gelukkig mocht prijzen om van zo’n eikel gescheiden te zijn. Erg begripvol keek ze er niet bij. Een botte boer als ik prikt eeuwenoude hockeybanden niet zo maar lek.
Geheel onafhankelijk van dit kleine voorval hebben de jongens aangegeven niet verder te willen gaan met hockey. Niet vanwege de resultaten, we staan best hoog in onze divisie, maar omdat ze er te weinig lol aan beleven. Hockey is niet “hun ding”. Dit keer heb ik geen enkele poging gedaan ze tot nog tot een extra jaartje te vermurwen.
We hadden een voorsprong van 4 tegen 2. Een van de ouders, Jan B. stond aan de andere kant van het veld al de hele tijd heel fanatiek te coachen. Maar hij begon ook opmerkingen tegen de scheidsrechter te maken. Opmerkingen die ik vanuit de verte niet kon verstaan. Allengs begon de scheidsrechter, een jongen van een jaar of 15 uit een B-team, partijdiger te fluiten. Er werden twee doelpunten van ons afgekeurd en we schopten wel erg vaak tegen de bal. Ik zou teveel op Louis van Gaal gaan lijken door de arbitrage de schuld te geven van “een wending” in de wedstrijd doch het gebeurde in ieder geval mede dankzij hem en vooral vanwege de opjutterij van Jan B. Ik was ziedend. We verloren met 7 tegen 5 en enkele van de teamleden konden nadien hun tranen niet bedwingen. Niet zozeer omdat we hadden verloren maar vooral vanwege het onrecht dat hen was aangedaan. Jan B. was nergens meer te bekennen want ik had nare woorden bedacht om zijn onsportieve gedrag en fanatieke karakter aan de kaak te stellen. Ik moest het doen met zijn ex-vrouw Elsbeth B die ik alleen maar kon toevoegen dat ze zich gelukkig mocht prijzen om van zo’n eikel gescheiden te zijn. Erg begripvol keek ze er niet bij. Een botte boer als ik prikt eeuwenoude hockeybanden niet zo maar lek.
Geheel onafhankelijk van dit kleine voorval hebben de jongens aangegeven niet verder te willen gaan met hockey. Niet vanwege de resultaten, we staan best hoog in onze divisie, maar omdat ze er te weinig lol aan beleven. Hockey is niet “hun ding”. Dit keer heb ik geen enkele poging gedaan ze tot nog tot een extra jaartje te vermurwen.
Abonneren op:
Posts (Atom)