13.4.07

Op de Sprakelberg

De begrafenisonderneemster draagt een grote hoed en dito bril. Ze loopt statig voor de lijkwagen waarin de kist met Theun, de vader van Dick en Sicco. Hij overleed vorige week zaterdag op 82-jarige leeftijd in zijn slaap. Ik herinner mij Theun vooral vanuit onze middelbare-schooltijd. Wanneer we weer een bijzonder plan hadden, aan tafel onder het genot van Ali’s soep luidruchtig grappen maakten, of met een kater verhaalden over wat we die nacht hadden beleefd, dan schudde hij altijd een beetje och, och met z’n hoofd terwijl gelijktijdig in zijn ogen pretlichtjes schenen omdat hij zo’n genoegen schiep in de manier waarop wij ons vermaakten. Ons jeugdige drankgebruik was menigmaal ook voor hem een alibi nog eens extra cognacje in te schenken. Een liberale vader, zoals Sicco hem mooi en gevoelig karakteriseerde in zijn toespraakje bij het graf op de Sprakelberg. Een toeschouwende deelnemer. De laatste jaren ging zijn lichamelijke en ook geestelijke conditie sterk achteruit, hij moest gescheiden van zijn Ali in een verzorgingstehuis worden opgenomen en het leven begon hem zwaar te vallen.
Het bijzondere aan een begrafenisritueel is de zichtbaarheid van de familie. Van de kinderen en de kleinkinderen in de volgauto’s en rond de kist. De eindigheid van het leven en de zichtbaarheid van het voortleven in volgende generaties. Terwijl de zon schijnt, het jonge groen overdadig te voorschijn komt en de vogels kwetteren. De natuur trekt zich van de dood van een enkel mens gelukkig niets aan.
In de zaal van Cafe Peters, waar we ooit uit- en lichtzinning de Septemberfeesten vierden, eten we kadetjes en drinken we een paar biertjes ter nagedachtenis aan Theun. We droegen hem ten grave op enkele tientallen meters van de slaapboerderij waar de basis voor onze vriendenkring werd gelegd. Stapvoets, bijna ongemerkt, nemen we afscheid van een deel van onze jeugd.

Geen opmerkingen: