30.6.06

Politiek ramptoerisme


(foto: Kamp en Hoogervorst spoeden zich over het Plein naar de Treveszaal)
Al vroeg in Den Haag voor een meeting over tuchtrecht op het Internet. Pas om drie uur een volgende bespreking en het weer is zonnig en warm. Ik installeer me op een bankje op het Plein, vlak voor de ingang van de Tweede Kamer. Broodje en boekje en een beetje rondkijken. Over het Plein vliegen heli’s en straaljagers die zo op feestelijke wijze de landelijke veteranendag komen opluisteren. Ik proef de politieke onrust en vraag bij de parlementaire portier wanneer JP een verklaring gaat afleggen naar aanleiding van het debat dat die nacht is gevoerd over de naturalisatie van Ayaan Hirsi Ali. Omdat de ministerraad er wat langer over moet vergaderen zal dat pas rond vieren gebeuren. Te laat voor mij.
Ik ga terug naar mijn bankje. Ik kijk op van mijn boek.Bert Bakker en Lousewies van der Laan komen rustig aangekuierd. Lousewies knikt mij vriendelijk toe, ik knik terug. Ze stoppen achter me bij een alternatief kraampje ter gelegenheid van de parlementaire eindjaarsbarbeque die op het afgesloten Binnenhof plaatsvindt. In het kraampje worden vegatarische hapjes uitgeserveerd. Lousewies, een fanatiek vegaterier zo had ik al eens gelezen, omhelst er diverse mensen. Boven haar wappert het spandoek “Wakker Dier”. Ik heb een binnenpretje om de toepasselijkheid van dit beeld vanwege het diep-nachtelijk debat, maar kan zo snel geen foto maken.
Een paar uur later zet Lousewies de tanden in het kabinet Balkenende. Een vegetarier als politiek omnivoor.

(Laatst knikte Prof. Schuyt, zie blogje, ook al naar me. Heb ik een knikvragende blik of zou ik zelf in mijn onderdanigheid al een klein beetje naar ze neigen zodat ze als het ware terugknikken. Of lijk ik op een ander die ze te denken te kennen?
Als ik het ooit niet meer goed weet ga ik er een vaste plek zoeken en word ik “De Haagse Pleinknikker”)
(P.S. Waar stront is, is Jan. 5 jaar geleden was er een oploopje bij het torentje van premier Kok. Ik, daar toevallig voorbij komend, er op af want enige sensatielust is mij niet vreemd. Iedereen zei dat Kok zo zou komen zeggen dat z’n kabinet gevallen was. En jawel een halfuur later stond hij daar voor de camera’s te verklaren dat’íe naar de koningin ging. Ik ruik wanneer kabinetten vallen. Dan zie je me rond het Binnenhof spoken. Politici sidderen. Pas op hij is er weer, de “Haagse Pleinknikker”)

29.6.06

Vertaalslag


Twee uur lang een presentatie gehouden voor een Bosnische delegatie. In het kader van een USAID-project voor inrichting en modernisering van de rechtspraak aldaar. Nou viel die twee uur erg mee want ik moest het in het Engels doen, wat ik best lastig vind, maar de Bosniers verstaan geen Engels. Dus was er een tolk die om de drie zinnen het woord van mij overnam en mijn praatje in het Bosnisch vertaalde. In de rookpauze, want alle Bosniers roken, drong de USAID-projectleider er bij mij op aan meer te hameren op het feit dat ook de rechters meer met computers zouden moeten werken. Braaf benadrukte ik daarna tegenover de wat glazig kijkende Bosniers dat rechtspraak en informatietechnologie niet meer zonder elkaar kunnen. De projectleider gaf mij aan het slot een vette knipoog. En zo heb ik een duit in het zakje van de ontwikkelingshulp aan Bosnie gedaan, althans weer een deel van het programma van de consultants gevuld.

27.6.06

Tussen toeristen


Coos had enkele weken geleden een Rembrandt-project afgerond op school. Ze was er heus in geinteresseerd geraakt en weet inmiddels veel van zijn leven en schilderijen. Omdat de leraren tegenwoordig vaak op cursus moeten was Coos maandag vrij. Ik had met haar afgesproken naar Rembrandt’s te gaan kijken in het Rijksmuseum. Bleken ook Bart en Derk een maandag vrij te hebben, dus moest ik met de hele meute op pad.
De avond er voor naar Leiden gereisd en met zijn viertjes bij Marc en Virga Oranje zien afgaan. Werd eigenlijk al een beetje Nightwatch voor de kinderen. Ze vonden het enig in het bovenhuis.
Omdat een schilderij was beschadigd door een zuurwerper uit Duitsland ging het museum pas ’s middags open. Wij in de rij tussen Duitsers, Engelsen en Japanners. Daarna het museum bezocht en in de eerste zalen hielden ze het nog wel uit en keken ze braaf naar onze schatten uit de gouden eeuw. Uiteindelijk vonden ze het saai en zelfs Rembrandt-liefhebber Coos vond het een beetje tegenvallen omdat ze de schilderijen al zo goed kende uit de boekjes.
Gelukkig wist Bart later tegen Hetty te vertellen dat hij “het een eer vond” de Nachtwacht in het echt te hebben gezien.
(met dank Greeneway voor de matige lichtshow)

26.6.06

Zelfde slag


Soms lees je wel eens dat de oorzaak van conflicten op de Balkan teruggeredeneerd worden naar twaalfhonderdzoveel, de Slag op het Merelveld, etc.etc.
Onze strijd tegen de Portugezen moet natuurlijk ook in historisch perspectief worden gezien.
“De gespannen verhoudingen tussen Portugezen en Nederlanders in Azië leidden regelmatig tot gewelddadige botsingen, met veelal een keten van represaille's tot gevolg”. Aldus een passage over de schermutselingen van de VOC in de Indische Archipel.
Mijn broer speelde op landkaarten en fantasielandschappen zee- en veldslagen na. Hij kan nog steeds begeesterd raken van dergelijke antieke conflicten en gaat zelfs om 5 uur zijn bed uit om een nagespeeld deel van een slag bij Waterloo te volgen. Voetbal vond hij niks aan, behalve als spelers en supporters elkaar te lijf gingen of politie en ME moesten ingrijpen. Dan verkneukelde hij zich voor de buis.
Coos vond het duel met Portugal het fraaist wat ze gezien heeft van de WK. Vooral vanwege de opstootjes en gespannen sfeer. Ze was opgetogen. Zou het de leeftijd zijn of heeft ze bepaalde eigenschappen van mijn broer in haar genen?

24.6.06

Ingezegend


Badeloch is al bijna 15 jaar met Floris en nog net geen 50. Dus besloot ze, na twee kinderen en huwelijksreis toch nog te trouwen. In een deftige ambiance, Huis te Velde in Zutphen, voormalige rechercheschool (geritseld via Floris ‘Politie-relaties) en nu ook onderdak biedend aan de “Butlerschool”. We werden door leerlingen bediend.
Wij als klaverjasclubleden, altijd dingend naar de hand van Badeloch, vonden alleen een burgerlijk huwelijk wat mager. De uitnodiging verbood cadeaus, toespraken en stukjes. Maar we laten ons niets verbieden, zeker niet wanneer we ook nog eens niet mogen aanzitten aan het diner, dat was nogal tegen ons zere been alleen voor naaste familie en een select vriendengezelschap bestemd, dus flansten wij een mobiel altaar met stukje in elkaar. Marc droeg in een navolgbaar potjeslatijn een mis op, Paul vervulde zijn rol van miswijn zuipende monnik met verve en ik at als pastoor stiekem de Pringle-hosties op. Op Flickr heb ik een foto/diaserie van het huwelijk geplaatst.
Het was een beetje een stafeest, vooral ook omdat het ’s avonds heel druk was met veel mensen die we niet kenden. ‘t Zal wel politie geweest zijn. Het werd daarom wel erg receptie-achtig. Overigens genoeglijk met Barbie staan kletsen en met Annegriet die ik in meer dan 20 jaar niet had gezien. Aan haar klaterende lach was niets veranderd.
Als laatste beschikt Badeloch nu over een heilig kleedje. De klaverjasclub leidt vanaf nu een gezegend bestaan.

23.6.06

Flat met karakter


Niet tijdens Cor’s leven, noch er na heeft Heleen goed kunnen aarden in het appartement aan de Bergpoortstraat. Het is eigenlijk een tussenstation, een plek waar ze Cor naar toe kon lokken omdat het dichtbij de Emmastraat was, maar die voor haar niet voldoet. Ze kan niet naar buiten, ze heeft alleen een inpandig balkon, en het is er vrij donker. En omdat ze niet kan wennen is ze meer dan ze eigenlijk zou willen de hort op. Naast haar oude vriendin Miep kwam een huurflat van de woningbouwvereniging vrij. Op de begane grond met tuintje. De corporatie knapt de flat basaal op en Heleen investeert een flink bedrag in keuken en kleur. Ik had er aanvankelijk weinig vertrouwen in. Een sociale woningbouwflat aan de Ceintuurbaan, een lichte achterstandsgeur kwam me tegemoet. Maar je moet nooit te vroeg oordelen. Oke, ’t is geen topbuurt maar het is er fraai groen en de flat is veel ruimer en aardiger dan ik dacht. Ik denk dat Heleen zich hier beter thuis zal voelen dan in de Wand waar ze nu vertoeft. Weer geleerd dat je niet teveel voor een ander moet denken, dat kunnen de meesten heel goed zelf.

19.6.06

Breedbeeld


Smal is uit, breed is in. Althans in de ambtelijke praktijk waarin ik verkeer. We hebben een rechtspraakbrede informatiearchitectuur. We krijgen een justitiebreed rekencentrum. We moeten meedoen aan rijksbrede inkooponderhandelingen met uitgevers.Het zegt u niks, dat jargon, maar voor ons is het vooral vervelend. Want het “brede” wordt niet zo gemaakt dat jij er voordeel van hebt, er profijt van trekt, het voor jou beter wordt. Het “brede” betekent vooral dat je je moet voegen naar algemene regels, kaders noemen ze dat nog steeds eufemistisch Dat je je moet aanpassen aan de grootste gemene deler en je moet voegen in samen overeengekomen, een ander woord voor opgelegde, procedures. Breed is een woord van managers en meer nog van staflieden die zich op 1 hoop gooien om hun hindermacht definitief te vestigen. De redenen voor deze vormen van uniformerende centralisatie zijn zo oud als de overheid zelve. Het kan toch niet zo zijn dat diversiteit goedkoper is dan een wagonlading coordinerende ambtenaren, of dat naast en langs elkaar heenwerken creativiteit meer stimuleert dan vuistdikkende handboeken met voorschriften, of dat eigen verantwoordelijkheid en initiatief effectiever zijn dan inspectie, toezicht, auditing, en strakke regie. We moeten niet alleen onze wegen, onze rivieren, televisies, onze SUV’s, zonnebrillen en onze organisaties breder maken. Bovenal moeten we onze blik verbreden.
Bij Bistro hielden we het tot op heden tamelijk smal. “Scope creeping” was ons devies. Smal houden om voldoende diepgang te krijgen, zullen we maar zeggen. Dat is definitief passe. De oppervlakte lonkt. Vanaf nu maken wij ons breed.

18.6.06

Vaderdag


Hetty vindt Vaderdag maar niets, uiteraard vanwege de commerciele bedoelingen die achter dit verschijnsel schuil gaan. Nu is dat in haar geval wel een beetje een gelegenheidsargument want ze laat zich op moederdag een ontbijt op bed, een fraaie bos bloemen en een duur geurtje rustig welgevallen. Maar om voor mij op pad te gaan en zich in alle vroegte op zondag uit te sloven dat ligt buiten haar attentiewaarden.
Dus kreeg ik alleen knutselwerkjes van de kinderen en niks met een stekker er aan. De kleistukjes van de jongens moesten pennenbakjes voorstellen en Coos vervaardigde een geplastificeerd bierviltje/onderzetter. De creatieve armoede druipt er van af. Het zegt niet veel goeds over het onderwijs in handvaardigheid. Het staat nog steeds op hetzelfde bedenkelijke peil als veertig jaar geleden. En dat terwijl Coos d’r school zich afficheert als school met veel aandacht voor creativiteit en kunst. Haar meester had eerst een beschilderde steen, een presse-papier, als kado gesuggereerd, maar dat vonden de kinderen echt de limit.
Ik troost mij met de uit kranten geknipte lettercollage op het bierviltje : “I love you”. Het koste haar de meeste moeite om de letter Y te vinden, zo vertelde Coos. Pfff, ’t is me wat zo’n vaderdag.

14.6.06

Lift


Een elektriciteitsstoring maakt treinverkeer tussen Amersfoort en Utrecht onmogelijk. Dat vertelde de conducteur toen we om 9 uur in Amersfoort arriveerden. Omdat ik graag bij een bespreking wilde zijn zocht ik bij de uitgang naar een taxi. Die waren al lang op. Naar de Amsterdamse Straatweg gefietst om bij Europcar een auto te huren. “Hebt u een paspoort bij u en een laatste afschrift van uw bank? “ vroeg de man achter de balie. “Bankafschriften krijg ik als internetbankier niet meer”, stamelde ik nog. Naast mij keek een man mij begripvol aan, hij had dit allemaal al een keer gedaan en kon nu wel gemakkelijk een auto huren. Hij vroeg mij of ik een lift nodig had naar Utrecht. Er bestaan heel aardige mensen.
Onderweg spraken we geanimeerd met elkaar. Vlak voor Utrecht vertelde hij me dat hij in de alcoholpreventie zat, hij was de bedenker van de alcohol-verkeercursussen die dronken rijders van justitie mogen volgen om een straf te ontlopen. Ik zei hem dat ik zoëven in de trein een artikel in de Volkskrant had gelezen van een of andere universitair docent die vond dat een beetje alcohol geen kwaad kon. “Die man wordt betaald door de industrie, dat zegt’ie er niet bij”, beet de chauffeur van zich af. “We willen met het alcoholbeleid hetzelfde als met het rookbeleid” zo vervolgde hij fanatiek Gelukkig waren we bij mijn bestemming en kon ik hem niet meer vragen of de horeca dan ook alcoholvrij zou moeten worden. Ik denk dat hij er oprecht enthousiast op gereageerd zou hebben.

13.6.06

Succesnummer

Twee weken geleden kocht ik een blaadje a raison van 3,95 waarin alle landenteams die aan het WK meedoen zijn afgebeeld. Bij ieder land zijn tal van feiten en wetenswaardigheden opgenomen. Bart en Derk konden er niet genoeg van krijgen. Het is al stukgelezen.
Op een of andere manier spreken elftalfoto’s enorm aan. Ik herinner mij dat ik er vroeger ook een paar op mijn jongenskamer had hangen, zorgvuldig uit het midden van een of ander voetbalblad gepeuterd. Kracht en saamhorigheid, mannelijkheid en onoverwinnelijkheid, er is iets de foto’s dat een snaar beroerd in ons diepste ik. Kinderen durven gewoon voor een dergelijke licht fascistoïde fascinatie uit te komen en laten zich bekippenvellen door een volkslied. Ze genieten schaamteloos van de warme band tussen sport en onderbuik.
Onlangs heb ik verschillende andere bladen gekocht omdat het dit eerste tijdschrift zo in de smaak viel. Maar de schoonheid en gedetailleerdheid van dit goedkope exemplaar is niet meer geëvenaard. Succesnummers zijn moeilijk te herhalen.

12.6.06

Blokhuttenfeest


We hadden het partijtje voor Coos d’r tiende verjaardag uitgesteld. Zo rond koninginnedag waren we zelf en andere kinderen op vakantie. Hetty had een fantastische lokatie gevonden voor een door Coos vurig gewenst slaapfeestje. Op het zwembad in Almen staan drie houten trekkershutten met elk vier slaapplaatsen die je voor niet al te veel kunt huren. Het weer was buitengewoon. Zaterdag om vier uur arriveerden we en ze konden meteen het zwembad in. Daarna werden de hutten aangekleed en bakte Pa pannekoek. Een heel licht griezelige speurtocht door het Walien waar de duisternis tussen de hoge dennen viel en nog een verhaaltje voor de vaak. Zwoele nacht. De volgende ochtend in kanoos de Berkel op en een laatste duik. Het partijtje beantwoordde geheel aan zijn doel: weinig slaap. ’t Lijkt me beter dit soort fuifjes in het vervolg als gaapfeestjes te betitelen, hoewel, we hebben ons geen moment verveeld.
(voor een fotoserie klik hierof kijk naar een diavoorstelling.)

9.6.06

Zon in het water


Vrolijk fietsend op een mooie zonnige ochtend, warm maar met een frisse ondertoon, op weg naar mijn zwembaantje, drong zich een gevoel aan mij op dat ik regelmatig heb. Het beschrijven er van, Tolstoj zei het mooier, is snel oubollig: Weelde. Nooit armoede of gebrek gekend, wat kleine lichamelijke en geestelijke ongemakken gehad maar protoype van de gezonde hollandse jongen, een leuke baan die goed verdient , een lieve vrouw en kinderen in een harmonieus gezin, mooi huis, de kans om prachtige voorstellingen te zien en mooie boeken te lezen. Weelde en overvloed. Geen oorlog, geen ellende.Wanneer je zoveel geluk toevalt resteert bijna alleen nog de angst hoe lang zoiets kan duren. Komen na de vette ook de magere jaren?
Genieten van het moment, van het hier en nu, van alles wat zich op een zonnige ochtend aan je opdringt. Dat lukt me redelijk goed.
Ben ik nu een kind van een slappe generatie dat straks bij het eerste zuchtje tegenwind omver geblazen wordt of heb ik in al die rijke jaren genoeg reserve opgebouwd om tegen een stootje te kunnen? Ik denk dat aanpassingsvermogen meer een karaktertrek is dan de resultante van voorafgaande oefening of de aanwezigheid van een buffer. Het verkrijgen van die buffer heeft tot op heden weinig moeite gekost. Dus dat is in ieder geval mooi meegenomen. Het oefenen met tegenslag stel ik liever nog wat uit. Pas daarna kan ik over mijn karakter berichten.

8.6.06

Planningsangst

Een groot planner ben ik nooit geweest. De termijn maakt niet uit. Hetty klaagt regelmatig over mijn vermogen om op enige voorgenomen tijd een maaltijd op tafel te zetten. Heleen moet me vreselijk achter de broek zitten om de gewenste stukjes in haar postbus te krijgen. Stefan maant mij dagelijks tot een strakker plannen van projecten omdat ze dan tenminste af zouden kunnen komen. Meestal red ik mij er uit. Het eten is lekker, de stukjes zijn aardig en uiteindelijk komt er wel iets van de projecten terecht. Met mijn sympathieke uitstraling, de ik-doe- m’n best- houding en weet ik wat nog meer, kom ik er meestal mee weg. “Mensen die goed kunnen plannen en organiseren zijn gelukkiger dan mensen die dat niet kunnen”, las ik ergens. Ze hebben het leven meer in de hand en worden niet geplaagd door schuldgevoel dat ze dingen niet of te laat hebben gedaan. “Niet uitstellen tot morgen wat je vandaag nog kunt doen”. Een eerste les uit time-managementboekjes en cursussen. Ik weet het, ben me er van bewust, maar slaag er niet goed in een planner te worden. Ik ben nippertjesman, een deadliner, en liefst er iets overheen. Het zit diep in mijn genen en misschien moet ik er eens voor op de divan. Is het aangeboren luiheid die nooit echt is afgestraft en daarom kan blijven voortwoekeren of een diepgewortelde planningsangst omdat je met plannen het einde kunt voorspellen?
Het wonderlijke is dat je met zo’n handicap toch nog een redelijk betaalde manager kunt worden bij de overheid. Schort er iets aan de selectie of ben ik exemplarisch?

6.6.06

Zonde


Ik denk niet dat de kermisbezoekers die zich in de Booster wagen de tekst op de Lebuinustoren kennen. “FIDE DEO, VIGILA, CONSULE, FORTIS AGE”. Op elke zijde van de toren staat steeds een deel van deze spreuk.
“Vertrouw op God, Wees waakzaam, Denk goed na, Handel dapper.” Zo luidt de vertaling van deze tekst van Gualtherus Sylvanus, (heel) oud- rector van de Latijnse School van 1603 tot 1619. Sylvanus werd door Revius ontslagen, waarschijnlijk omdat hij niet rechtzinnig genoeg was.
In zo’n Booster stappen is een vorm van hemelen en dapper is het zeker. Niks voor mij dus. Maar ik denk dat onze calvinistische vrienden van destijds niet zo goed uit de voeten hadden gekund met het vermaak dat de Deventer Kermis biedt. Na twee uur slenteren in dit hedendaagse vagevuur begin ik als pinksterzondaar steeds meer voor Revius te voelen. Wat dacht je van dit Over-Ysselse gesang?
(Hoewel een enkele predikant er nu soms anders over denkt is Revius in dit sonnet duidelijk. Het is uiteindelijk niet de schuld van de joden.)

2.6.06

Verlies en winst


Op het 50-jarig huwelijksfeest van Klaas en Mieke zie ik voor het eerst hun kleindochter Anouk. Zij, inmiddels een jaar of dertien-veertien, schat ik, is een kind van de overleden dochter van hen: Reintje. Eerst moest ik goed kijken of ik overeenkomsten zag tussen haar en mijn geheugenbeeld van Reintje. Na een poosje was het me duidelijk. Haar hoofd iets schuin naar beneden en de blik licht omhoog, de bovenkant van het gezicht, onmiskenbaar lijkend op haar moeder. Iemand leeft voort in zijn kinderen, zo schoot het me weer te binnen.
Mijn moeder verloor een dochtertje van 5 jaar oud. Ik ken Jantine alleen van de foto boven op de TV: bij mijn Opa aan de hand op de Goorse wintermarkt. En van de schaarse dingen die mijn ouders over haar vertelden. Nooit vormde haar dood een belemmering in mijn ontwikkeling, ik had een warm thuis en heel veel vrijheid om te gaan en te staan waar ik wilde, geen last van overbezorgdheid. Pas na het overlijden van mijn moeder wees mijn broer er op dat zij moeite had zich te geven aan haar kleinkinderen. Nu was ze van nature al wat gereserveerd, zeker lichamelijk, maar ik denk dat ik de analyse van mijn broer deel dat het verlies van haar eigen kind mijn moeder een extra bindingsangst bezorgd had. Een angst die zich vooral manifesteerde in haar contact met de kleinkinderen.
De roedel kleinkinderen die tijdens het partijtje rond Klaas klonterde gaf luidkeels te kennen heel veel van hun opa te houden. “Opa is zo lief omdat je weet dat hij altijd eerlijk is,” zei Ciske zonder een spoor van twijfel. Ik zag Klaas bij haar vertrek Anouk naar de auto begeleiden, de arm om haar middel geslagen en zij een arm bij hem over de schouder. Geen spoor van bindingsangst te zien, dacht ik bij mezelf, eerder een innige band. Het ontroerde me. Verlies en winst gingen daar, verstrengeld, hand in hand.

1.6.06

Goede tijden

In de bus op weg naar Amsterdam, het jaarlijkse bedrijfsuitje van Bistro staat op het programma, vertelt Jeanine wat de bedoeling is. We gaan die middag met behulp van een videoproductiebedrijfje een “soap” maken. Daartoe worden we ingedeeld in vier groepjes die ieder een scenario moeten schrijven, het beeld moeten bepalen en het zelfgeschreven deel van de soap moeten spelen. Je eens van de andere kant laten zien en op een andere manier samenwerken, zoiets. Dus ik begin meteen te gillen dat ik nu eindelijk eens voluit nicht kan spelen. En zowaar in ons groepje lukt het me een nichtenrol te claimen,. In die rol kom ik bij een ruziënd echtpaar aan tafel en begin ik de man heel amicaal te groeten. “Dag Daniël, konijntje van me, probleempje hier?” De gays in het gezelschap nemen me mijn overacting en karikaturale benadering van de rol niet echt kwalijk. Sjaak vraagt zich wel af of ik niet gewoon een “stoere” homo zou kunnen spelen.
Het wordt al met al een dolle middag, waarin iedereen zijn of haar best gedaan heeft om iets van het minitoneelstukje te maken. Samira, ook als karikatuur, zwaar gesluierd en uitgerust met pistool. Of Dagmara die slechts drie keer de zin: “Nou, nou, nou” behoeft te herhalen wanneer Marc haar ten huwelijk vraagt.
We sluiten af met borrel en diner bij trendy restaurant 11-zie foto- met schitterend panorama over het IJ en Amsterdam, en lekker eten. Hoofdorganisator Jeanine, een soapster in de notendop zo bleek die middag, heeft een uitje georganiseerd dat hoog kan worden bijgeschreven op ons lijstje. De gemonteerde video volgt later.