30.12.06

Nieuwe Bouwkunde


De sleet komt wat in ons theater. De bezoekers worden al maar ouder. Omdat er geen cafe meer beneden is wordt een nazit aan de bar boven al snel wat kalig. En we herhalen ons wellicht wat te makkelijk in de programmering. Die gedachte overviel me deze week toen ik een liederenavond bezocht waarvan ik had verwacht dat die wat feestelijker zou aflopen. ’t Is misschien echt wel tijd om wat samen met het Filmhuis te beginnen.
Toen ik twee dagen later met Peter op weg was naar de kroeg liepen we Jos tegen het lijf. Hij gaat de bibliotheek opnieuw leiden. En Peter en ik hadden het er al eerder over gehad dat het zo’n onzinnig plan is de binnenstad vol te proppen met een groot gemeentehuis (zie plaatje) De plek zou veel geschikter zijn voor een combinatie van bibliotheek, theater, filmhuis en een echte muziekzaal. Natuurlijk met een mooi grand-cafe er bij. De kans op leeftijdsmenging is groter, je kunt zaken multimediaal aanpakken en je krijgt een echte trekpleister waarin diverse culturele vormen kunnen bloeien. Maar er is al een prijsvraag geweest voor het nieuwe stadhuis en de kans dat het er komt is groot. Peter stelde me enigszins gerust. Eerst moet er een uitgewerkt plan worden gemaakt met een begroting die ongetwijfeld tegenvalt. We moeten een goed tijdstip afwachten.
Ik hoop wel dat het gaat lukken voor het moment dat we bij Bouwkunde een traplift moeten gaan aanschaffen.

29.12.06

Lekker legge


De donkere dagen voor en na Kerstmis zijn ideaal voor een gezinsvakantie thuis. We gaan wat later naar bed en slapen lekker uit. We kijken films als de Pirates of the Caribbean, Babe en the Sound of Music. Fijke was twee nachten logeren en ze deed flink mee met het leggen van puzzels. Ze inspireerde de kinderen die er bij Frank en Casper al door waren aangestoken. (Van Derk mag Fijke bij ons komen wonen) Af en toe gaat Pa de deur uit voor de aanschaf van een nieuwe. De laatste Piratenpuzzel was veel te moeilijk voor de kinderen en zo raakten Hetty en ik nog aan de leg. Bart maakte er tenslotte een mooie tentoonstelling van, waarbij de puzzels dienen als een nieuw soort vloerbedekking. Zo vermorsen we in totale ontspanning onze dagen, op weg naar het laatste stukje van 2006.

28.12.06

Tot in lengte van jaren


We kregen een folder in de bus waarin de oprichting van een zendmast werd aangekondigd. Deze komt aan de rand van ons wijkje te staan. De mast dient er toe om het C2000-systeem waarmee alle hulpdiensten met elkaar kunnen communiceren te ondersteunen. De folder geeft aan dat de mast geen gevaar kan voor de volksgezondheid en dat geen vergunning nodig is om hem te plaatsen. De mast wordt 53 meter hoog, maar zo schrijft men geruststellend, de gemeente zal de mast aan het zicht onttrekken door het planten van bomen in de direkte omgeving van de mast.
Neerlands hoogste boom staat op het landgoed ’t Loo en meet circa 50 meter. Hij is geplant rond 1870 en heeft er bijna 130 jaar over gedaan de gigantische hoogte te bereiken. Het kan daarom mogelijk nog wel enige tijd duren voordat onze nieuwe wijkaanwinst aan het zicht is onttrokken.
(Tip voor de gemeente: bij het zoeken naar een plaatjes kwam ik deze foto uit Canada tegen waar men een zendmast als boom vermomd heeft. Hebben we meteen de hoogste boom van ’t land)

27.12.06

In Maria's hutje


Ten behoeve van het jaarlijkse kerstavonddiner had ik me dit jaar gewaagd aan een kort kerstverhaal. Het ging over de bevruchting van Maria.
Synopsis: Jozef komt thuis en Maria vraagt of hij met haar naar bed wil. Jozef is verbaasd. Maria vertelt dat er een engel is geweest die haar gezegd heeft dat ze een kind van God krijgt. Maar ze vertrouwt dat niet en wil met Jozef. Jozef wordt jaloers op God en voelt zich overbodig. Maar Maria blijft zo liefdevol aandringen, ze wil een kind van haar grote liefde. Jozef gaat geloven dat hij als het ware door God gezonden is om dit karweitje op te knappen. Aldus geschiedt. De aartsengel sms’t God dat zijn plan volledig is geslaagd. Want zo is de moraal van het verhaal natuurlijk wel op Kerstavond: God’s hand is overal.
Heleens moeder, op weg naar de negentig jaar en van huis uit zwaar katholiek heeft zichtbaar moeite met mijn interpretatie. Ze houdt zich tijdens mijn voordracht kranig.
Hare Majesteit zei in haar kersttoespraak het volgende:
Respect begint met zélfrespect, een geloof in eigenwaarde. Dat wordt vertaald in de omgang met anderen, in gedrag en dialoog. Daarbij moeten wij ons bewust blijven van gevoeligheden die het diepste in mensen kunnen raken. Elkaar daarin ontzien is niet laf maar een teken van beschaving. Vrijheid blijheid geldt niet onbegrensd. Wie anderen beschimpt verliest zelf geloofwaardigheid; het onbeheerste woord schiet zijn doel voorbij. Om te kunnen omgaan met de vrijheid van het woord is respect onontbeerlijk.
Is zo’n kerstverhaaltje over de conceptie van Jezus nu een voorbeeld van het onbeheerste woord ? Of is het gebrek aan respect voor diegenen die werkelijk geloven dat een vrouw onbevlekt een kind kan krijgen? Of is het "zelfrespect" waarin ik, het onmogelijke inziend van een onbevlekte ontvangenis er toch nog een mooie draai aan weet te geven?
Ik denk dat Trix zich op gladder ijs begeeft dan ik.

21.12.06

Klaas'Kerstkeuze


Klaas stuurde een orginele kerstmail. Op zijn website plaatste hij 4 van zijn favoriete kerstliederen en in de mail nam hij links op naar de muziek. Ik neem de vrijheid mijn bloglezers er van drie mee te laten genieten:
1) Es ist ein Ros’ entsprungen
Einem breiten Publikum ist Michael Praetorius auch bekannt durch die Vertonung des populären Weihnachtsliedes Es ist ein Ros' entsprungen.
2) “In dulce jubilo” en
3) “Joseph lieber, Joseph mein” beiden van Hieronymus Praetorius.

De liederen zijn uitgevoerd door de “Tallis Scholars” onder leiding van Peter Phillips.
Van de Tallis Scholars is een CD met kerstmuziek te vinden op iTunus en de genoemde drie nummers zijn daarop te vinden.
Het is mooi om zo een kerstboodschap te ontvangen. Klaas (80) gebruikt Internet zoals het is bedoeld, multimediaal. Mooie a capella muziek zonder tjingelende bellen, pure kerst.

18.12.06

Stamboom


Kinderen opvoeden, het indelen van keukenkastjes en bestek-laden, de keuze van een standplaats op een camping en het versieren van een kerstboom hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze in sterke mate worden bepaald door ouderlijke overlevering. Je krijgt het in je jeugd mee, zonder dat jij of je ouders zich dat echt bewust zijn . Er is opvoedpolitie en er is een Libelle met leuke boomversiertips maar die zijn er om meewarig naar te kijken. Het helpt niet omdat dergelijke basale elementen zodanig zijn verinnerlijkt in je jeugd dat je ze nauwelijks kunt veranderen of overwinnen. Gelukkig heeft Hetty geen krachtige boomversierimpuls vanuit haar opvoeding meegekregen. Want het lastige met van die door onbewuste opvoeding ingeslepen gewoonten is dat je daarmee in een relatie uit de voeten moet kunnen. Komt een vrouw uit een familie die een in unikleur versierde boom had, bijvoorbeeld wit of zilver met engelenhaar en van die zilveren slingers er in , dan zou ik haar waarschijnlijk niet tot echtgenoot gekozen hebben. Wij waren van de veelkleurigheid. Zou ik iemand zijn tegengekomen die ieder jaar iets anders met de boom wil dan zou dat ook een breekpunt hebben kunnen worden. Een boom heeft geschiedenis, ieder jaar gaat er wel een versierinkje stuk en elk jaar koop je er een paar elementen bij. Het openen van de doos met de kerstversiering, gehuld in servetjes van dertig jaar geleden, is voor de kinderen een van de aardigste sensaties. Misschien nog wel leuker dan nieuwe dingen shoppen in de Europatuin. Onze fusionboom lijkt in veel opzichten op die van vroeger bij ons thuis. Ze is alleen veel minder netjes dan dat mijn moeder het gedaan zou hebben. De minder nauwlettende geest van Hetty en mij brengt zo toch een genetische nuance aan op de boom van weleer. Veranderingen gaan langzamer dan je denkt, er gaan generaties overheen.

17.12.06

De geest van Dickens


Coos heeft zich vorig jaar een fraaie positie verworven binnen de crew van het Dickensfestijn. Ze zit als hofdame naast Koningin Victoria achter het raam, zwaaiend naar het duizendkoppige publiek dat langs trekt. Lekker warm in het huis van Emmy. Drie keer per dag volgt ze de draagkoets van de Koningin door de nauwe straatjes. Daar wordt ze niet koud en moe van. De jongens wilden dit jaar ook graag meedoen en zij kozen voor straatschoffies. Oma Heleen naaide als een razende een fraaie uitmonstering in elkaar.De avond voor het festival konden ze de slaap niet vatten vanwege de opwinding voor de grote dag die komen ging. We zetten ze om iets voor elven af op het festivalterrein dat geteisterd werd door aanhoudende regen en een waterkoude temperatuur van 7 graden. Ze luisterden nauwelijks naar onze raadgevingen en wilden zich zo snel mogelijk losrukken uit de ouderlijke omklemming. Snel gingen ze in de massa op. Om half drie kwamen we polshoogte nemen. Ze bleken verkleumd. Natte handschoenen en een doorweekte pet waarin de bijeengebedelde eurootjes rammelden. Ze keken verweesd voor zich uit en bij indringende navraag bleek dat ze er wel mee wilden stoppen voor die dag. ’s Avonds kon Bart de slaap niet vatten. Niet omdat hij opgewonden was voor de volgende dag maar omdat de geesten, de leprozen, en de griezelig verkleden hun opwachting maakten in de duisternis van zijn slaapkamer. Huilend zat hij op de trap. “Ik wil morgen niet meer, ik ben zo bang””. Een dagje zelfstandig avontuur bleek heel indrukwekkend te zijn geweest. Zondagmorgen hing de vlag er weer een stuk beter bij. De lichte verveling van de vorige dag, de ontberingen en kou, de angsten, ze waren het vergeten en wilden zo snel mogelijk terug. Deze tweede dag bleek een stuk aangenamer, ze waren gewend aan de drukte en vonden hun eigen weg. Ze waren blij dat ze weer waren gegaan. Alleen voor het slapen gaan kwamen Scrooge en zijn makkers weer aan het geestesoog van Bart voorbij. Bij Hetty op de bank viel hij uiteindelijk in diepe slaap. Dickens houdt niet van rust.

16.12.06

De man van staal


Op onze Bistro-heidag hadden we Jan uitgenodigd. Jan en ik hebben elkaars leven de afgelopen jaren redelijk zuur gemaakt. Per 15 december verlaat hij de organisatie om bij HEC te gaan werken. Hij mocht zijn visie op Bistro geven. Zo kwam een deel van onze medewerkers in levend contact met de Haagse werkelijkheid die er heel anders uitziet dan de onze. Voor sommigen was het een eye-opener. Want we kunnen ons zelf wel redelijk goed vinden, een ander kan dat beeld toch nuanceren. Jan en ik hebben weinig gemeen. Maar een ding bleek deze dag toch aardig overeen te komen. Hij hield een praatje aan de hand van 5 plaatjes. We moeten volgens Jan op een open stalen constructie gaan lijken. Inzichtelijk, stevig, en met uitzicht op een mooie wolkenlucht. Dat we hem dat streefbeeld nog niet hebben kunnen laten zien stemt toch even tot nadenken. Als je op zo’n moment over bepaalde tegenstellingen heenstapt kun je er ook nog iets aan hebben. Het was om meerdere redenen een leerzame dag. De externe blik leidde tot een grote mate van interne openheid. Een stalen constructie kan blijkbaar ook warmte geven. (zie ook de blog van Sjaak)

10.12.06

Terugbladeren


Op 21 september 1991 overleed mijn vader. Het was een prachtige warme nazomerse dag. Aan het eind van de ochtend sliep hij, terwijl ik hem die ochtend nog had bezocht, vredig in, zoals dat heet. Enkele dagen na zijn overlijden las ik op de dagkalender van poezie een gedicht van Jan van Nijlen. Het ontroerde mij toen sterk omdat het zoveel te maken had met zijn dood. Ik heb het velletje enkele jaren bewaard maar ben het ook weer kwijtgeraakt. Ook de titel was ik vergeten. Via het weblog van Elsje kwam ik bij ene Daedalus en hij citeerde op zijn website uit de Dagkalende 1991 diverse gedichten. Ik mailde hem en vroeg of hij ook een gedicht van Jan van Nijlen op die kalender kon vinden. En per kerende post zond hij de tekst en publiceerde het op zijn weblog. We zijn in de blogosfeer om elkaar te helpen, hij deed het, en ik ben hem zeer dankbaar.


De laatste dagen

Een blauwe schotel bleef, met enkle vruchten,
vannacht in het prieel op tafel staan,
en daarop schijnt, door winde en wilde wingerd,
een laatste straal van de verdoofde maan.

Geen wind beweegt de donkre notelaren,
rond zonnebloem en volle dahlia
gonst geen insekt: 't is de volmaakte vrede
die eeuwig lijkt, als kwam niets daarna.

O laatste, warme dagen van september,
de weemoed van uw licht gloeit ook in mij,
ik laat, als gij, mij met een glimlach glijden
naar dood en vrede, beiden zo nabij.

Jan van Nijlen

7.12.06

Lastpak


Hetty heeft de pech om op 5 december jarig te zijn. Die pech wordt groter wanneer je met mij getrouwd bent. Na een vluchtig ontbijt moet ik een tabberd aan, zie vorige blog, en nadat ik ben afgeschminkt moet ik nog 2/3 van de gedichten maken en 6 kadootjes inpakken. Ik ken de pakjesavondstress waarbij het laatste rijm nog aan een pakje moet worden bevestigd dat zich ergens onder in de mand bevindt. Maar waar en hoe zag het er ook al weer uit? Ik herinner me dat ik vroeger achter in de auto, op weg van Leiden naar Arnhem waar we bij Wolter pakjesavond vierden, nog zat te dichten en met schaar en plakband in de weer was. Zo beleef ik al meer dan 35 jaar Sinterklaas. Hetty wil een leuke verjaardag doch ziet vooral een half overspannen man rondlopen tussen kelder en de computer op zolder. Dit leidde weer tot zoveel irritatie dat het begin van wat een leuke avond zou moeten worden in duigen leek te vallen. Al redderend rond de eettafel wist ik nog net een zodanig zorgzame indruk te maken dat de woede afkoelde en zelfs een postruziale opflakkering van liefde te zien gaf. Ik beloofde beterschap en ben nu al bezig met de gedichten voor 2007. Zul je zien dat ik ze op de avond voor de 5e december nergens meer kan vinden.

6.12.06

Goede Sint


De pakkenverhuur- en Sintschminkbranche is een oer-hollandse tak van sport. De uitbaatsters, vaak zijn het vrouwen, stroomt rond 5 december zichtbaar de ardrenaline door de aderen. Met een hand drukken ze je net aangelijmde snor aan terwijl ze met de andere een opdrachtgever te woord aan haar mobiele telefoon te woord staat om te zeggen dat de Pieten er zo aan komen. Een bijverdienste in de Hollandse huiskamer of zoals afgelopen woensdag je omkleden en geschminkt worden in de feestzaal in de kelder van snackbar het Klavertje in Twello. Tussen eiken, gerokte statafels en in de spotjes staande bakken met kunstplanten. Hier weet je dat Sinterklaas van, voor en door het volk is.
Dit keer moest ik in het pak van de Hovenschool. De witte onderjurk was gedimensioneerd op mijn voorganger, die weliswaar ongeveer even lang was als ik maar wel beduidend slanker. Zo werd ik een Sint in kokerrokje en ook nog met een hopeloos valse baard. De kleuters en leerlingen uit de laagste groepen waren er niet minder enthousiast om. Ze mochten me in groepjes een hand komen geven. Soms brutaal, soms bevend vertelden ze me hoe goed ze voetbalden, welke mooie tekening ze voor me hadden gemaakt of hoe ze hun heel kleine zusje liefdevol verzorgden. Een ochtend vol aandoenlijkheid en daar doe je het als goedheiligman toch voor.

3.12.06

Niet mijn broer (2)



Omdat ik nooit Trouw lees ken ik Wim Boevink niet. Hij schrijft columns en had een dag voor de Tweede Kamerverkiezingen een stukje geplaatst over een racistisch akkefietje in De Meern waarin zoals aan het slot van de column bleek de broer van Rita Verdonk een hoofdrol speelde. Het gedrag van de broer van Rita is, zoals uit het stukje blijkt, inderdaad stuitend, hij kreeg er een boete voor zo berichtte het AD later. De stijl van de column is niet grandioos, larmoyant waar het de beschrijving van het Senegalese slachtoffer betreft, en de vraag is gerechtvaardigd of het tijdstip van publicatie alsmede het noemen van de de naam van de broer fatsoenlijk is. Daar zou je normaal over van gedachten kunnen wisselen. Maar zowel op de website van Trouw als op andere fora tref je een felle toon aan van de Verdonk-fans waarvan ik echt schrok. Nu was ik al redelijk verbaasd over de grote aanhang die Wilders verwierf maar ook onder de aanhangers van Verdonk bevindt zich een grote schare buitengewoon ongenuanceerde en platte schreeuwers. En dat zijn zo’n 15% van de kiezers. Het zijn niet zozeer hun denkbeelden die mij verwonderen, het is vooral de zeer agressieve manier waarop ze communiceren, bijna geweldadig en intimiderend. Zo’n opgewonden toon trof ik ook aan op diezelfde site van Trouw waarin Ephimenco zich ergert aan de motie omtrent het generaal pardon en vooral de houding van Bos en Halsema op de korrel neemt. De haat ademt je tegemoet, terwijl elke vorm van relativisme en humor ontbreekt. Vroeger werd links zuurpruimerij verweten. De verbetenheid van uiterst rechts, waaronder ik overigens Ephimenco geenszins schaar, is eng. Er is nog genoeg te doen om onze beschaving enigszins overeind te houden, zoveel werd mij weer eens pijnlijk duidelijk de afgelopen weken. Met dank aan Trouw.

1.12.06

Voor de gerechten


Zonder de last van andere deelnemende organisaties vond de Bistro-klantendag plaats in de Fabrique te Maarssen. Michelle had als opwarmer een korte kooksessie gepland waarin "de Telegraaf" en TV-kok Ramon Beuk en ik op zoek zouden gaan naar de overeenkomsten tussen het brouwen van software en het klaarmaken van eten. Ik had er tegenop gezien, want het is niet alleen een gewaagd begin voor een toch als serieus bedoelde dag, maar ook omdat de parallellen snel als te gezocht zouden kunnen overkomen. Maar het bleek in de voorbespreking en in het half uurtje vooraf onmiddellijk te klikken tussen Raymond en mij. En dan is het niet moeilijk op het podium gezellig met elkaar tekeer te gaan. De ruige ambiance van de Fabrique en het genoegelijke begin zetten de toon voor de rest van de dag. Alle collega’s hadden zich uitgesloofd om een workshop te geven die in het teken stond van “een kijkje in de keuken van Bistro”. En de ruim honderd bezoekers gingen zo gemakkelijk in de sfeer van de dag mee. Iedereen ging enthousiast naar huis. Michelle, Amanda en Sonja waren er lang en intensief mee bezig geweest. Soms hadden we er wat kritisch naar gekeken. Die blik werd door de praktijk van de dag geloochenstraft. Een perfecte organisatie staat geenszins op gespannen voet met een plezierige en informele sfeer. De dag klopte. Het heeft ons en onze relaties goed gedaan.

30.11.06

Heden verschenen

Morales, de Jan Marijnissen van Bolivia, maar dan wel President aldaar, bij ons op staatsbezoek, moest maandag eerder terug naar zijn land omdat er een conflict opgelost moest worden met grootgrondbezitters. Dit jaar nationaliseerde hij de olie- en gaswinning in zijn land. Toch bezocht hij vrolijk het hoofdkantoor van Shell in Den Haag, waar hij door baas van der Veer met alle egards werd ontvangen. Dat vind ik mooi om te zien: niet van die millimeterpolitiek.
Terwijl Morales terugvloog naar de opstandige grootgrondbezitters in Bolivia bereidden Hetty en ik ons grondbezit uit met wel 45 vierkante meter. Bij notaris Sijbe Kuipers werd de leveringsakte gepasseerd voor onze voortuin, die we tot nu toe huurden van de gemeente Deventer. Alle anderen buren hadden hun tuintje al jaren geleden gekocht maar ik vond het wel aardig zo’ huurcontract voor 60 euro per jaar. Om de totale waarde van het bezit op te krikken kozen we uiteindelijk toch maar voor koop.
Ik moet bij zo’n notaris altijd een beetje wijsneuzen. Ik wees hem op de gedoogplicht in art.9 waarin we moeten dulden dat openbare nutsdiensten van de Gemeente en openbare nutsbedrijven belast met water, gas etc. kabels en buizen in of onder ons perceeltje mogen aanleggen. Hoe zit het met deze plicht wanneer deze bedrijven niet meer “openbaar” zijn maar zijn geprivatiseerd. Moet ik hun gewroet in mijn grond dan laten welgevallen, zo vroeg ik aan de vrolijke notaris. Kuipers vond het een interessante vraag doch moest het antwoord schuldig blijven. Wellicht vloeit er voor hem een spannend artikeltje in WPNR uit voort. Hernationaliseren die nutsbedrijven, zou ik zeggen. Ik zie met genoegen straks 5 beambten om die ene gravende collega in onze bloedeigen tuin staan. Morales is hier niet dan voor niets geweest.

23.11.06

Uit spuit


Na een genoeglijke receptie werd Sander, de vertrekkende beroepskracht bij Theater Bouwkunde, uitgegeten bij Restaurant Roetertshof in Diepenveen. Bert Roetert, de eigenaar, is lid van de broederschap van de gouden sabel, een gezelschap dat in de Napoleontische traditie Champagneflessen onthoofdt met een sabel. Op het filmpje bent u getuige van het koppensnellen van Bert aan het begin van ons bezoek.
De wijze van openen had gelukkig niets te maken met het vertrek van Sander. Hij heeft zes jaar trouwe dienst achter de rug. Hij hield een zeer geemotioneerde afscheidsspeech waarin hij moest bekennen toch een beetje onderdeel van de familie te zijn geworden. Wij constateerden dat hij in de afgelopen jaren aanzienlijk was gegroeid in zijn werk en zijn zelfstandigheid. Hij heeft nu een nieuwe weg gekozen en volgt een regieopleiding in Tilburg. Bouwkunde zal hem missen.

21.11.06

M/V

Linda de Mol heeft, samen met Beau, een nieuw TV-programma waarin de verschillen tussen de seksen centraal staan. Zo was er vorige week een “vingermeter” die aan het verschil in lengte tussen de ring- en wijsvinger kon aangeven of je een”echte man” bent, over veel testosteron beschikt en dus goede sportprestaties kunt leveren. Dat het om de lengte van de penis gaat is blijkbaar uit de tijd. Jarenlang voor niks met gewichtjes gelopen. Dus nu maar met de vingers langs de meetlat. Het verschil in lengte viel nauwelijks te meten, dus heb ik snel de man-vrouwtest op Linda’s website gedaan. Gelukkig ben ik voor 66,7 % man, aldus de uitkomst van deze test.. Bij die uitkomst gaf men mij ook een typering. Ik ben achtereenvolgens: poeet, rebel en leider.
Van mijn vrouwelijkheid gaf ik reeds op jeugdige leeftijd blijk. Op de foto (links), in de winkel van Ma, ga ik, pakweg 14 jaar oud, als vrouw gekleed de oudejaarsnacht in. Op de recente foto er naast zie je zoon Bart met pruik en jurk: een door hem zelf gewenste tijdelijke verbouwing.
Je hoort wel eens zeggen dat het veel en vaak als vrouw verkleden, van mannen dan, een teken is van homoseksuele geaardheid. Ik haast mij, wetende dat deze haast juist een verdenking in die richting zou kunnen versterken, te zeggen dat ik mij slechts drie keer in mijn leven in vrouwenkleren heb gehesen en dat het voor Bart nu de eerste keer is. (Dan tel ik het aantal malen Sinterklaasjurk niet mee. Want zo’n roomse heilige heeft helemaal niets met homoseksualiteit te maken. Toch?)

18.11.06

Uit het midden, in het oosten

Bistro staat voluit voor “bureau internet-systemen en toepassingen rechterlijke organisatie”. Stefan en ik vormen de directie van het bureau. We waren een dagje op de hei, in Hoog Holten, om ons te beraden over toekomst en visie. Nu is onze toekomst sterk afhankelijk van onze omgeving: onze bazen in Den Haag en onze klanten in het land. De bazen willen de IT-ontwikkeling in de rechtspraak concentreren bij onze Grote Broer, de beheerorganisatie van alle automatiseringsspullen in de rechtspraak. We mogen zeker blijven maar op een nogal beperkt afgebakend domein, in hun ogen toch iets meer speeltuin. Onze klanten roemen onze hulpvaardigheid en de snelheid waarmee we tal van handige toepassingen maken. Van hen moeten we het overzichtelijk en resultaatgericht houden. Niet zo’n bureaucratische hut worden als onze grote broer. Daar komt bij dat we onze pioniersfase langzamerhand ontgroeien en dus wel iets meer moeten structureren dan in het verleden. Kortom, genoeg stof om in Hoog Holten over van gedachten te wisselen.
Aanvankelijk hebben we als Bistro positie gekozen als kleinblijver. Maar ja, niet alles is in goede handen bij Grote Broer slokop. Daarom hadden we een derde club voorgesteld die enkele nieuwe wat meer grootschalige projecten zou gaan doen. Sjaak benoemde dit als voorstel voor een “vreedzame coexistentie”. Onlangs werd dit streven doorbroken. De Haagse leiding liet een voorkeur blijken voor een meer gestroomlijnde inrichting en Grote Broer hapte (iets te) gretig toe. En schond daarmee het bestand dat in onze ogen met de “vreedzame coexistentie” was bereikt. Uitkomst van onze wandeling over de Sallandse Heuvelrug is dat we een nieuwe gebiedsverdeling gaan voorstellen. Geen gedemilitariseerde zone waarin een derde partij de scepter zwaait, maar verkaveling van het nieuwe terrein, waarbij wij een bescheiden doch belangrijk stuk van de koek gaan opeisen. Mocht Den Haag wat voelen voor deze “roadmap” dan zullen we onze “competence” aardig moeten “stretchen” . De Holterberg vormde daartoe een goede opmaat. Het wordt spannend de komende weken.
(Reuzespannend moest ik eigenlijk schrijven want het plaatje schetst het beeld van reuzen die de Holterberg aanleggen, want dat geloofde men vroeger)

17.11.06

Ethnocentrische keuze


Vorige en deze week voerden we selectiegesprekken met sollicitanten op de functie van medewerker bedrijfsvoering bij Theater Bouwkunde. De nieuwe kracht moet Sander gaan opvolgen die ons na meer dan 5 jaar gaat verlaten om een regie-opleiding te gaan volgen. Uit de kleine 30 aanmeldingen hadden we er 7 op gesprek uitgenodigd. De eerste ronde gaf geen uitsluitsel en Heleen en ik spraken nogmaals, nu in aanwezigheid van Pieter, met enkele kandidaten. Bijzonder was de verscheidenheid aan mensen die we langs kregen. Velen maakten een gekwalificeerde indruk. Na de eerste ronde was ik gecharmeerd van een wat oudere kandidaat, iemand die ook al richting de 50 gaat, met een onmiskenbaar Twents accent en een vriendelijke nuchterheid die de echte Tukker zo kenmerkt. Ik was bevreesd voor het feit dat ik hem positief beoordeelde vanwege zijn afkomst. In de tweede ronde zou hij wel door de mand vallen. Hij gaf echter blijk van geschiktheid voor de baan en ook Pieter en Heleen vonden hem goed. Zo gaven we, na een ingewikkeld en moeilijk afwegingsproces de voorkeur aan Bert. In de praktijk zal moeten blijken of het vooroordeel wordt bevestigd.
(Bij het zoeken naar een plaatje stiet ik op een tekening van een "Tukker", de benaming voor een vogeltje dat ook bekend staat als de "Kneuter". Vorig jaar gaf ik de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak ter gelegenheid van de opening van hun nieuwe pand aan de Kneuterdijk een boekje cadeau: "de dichter en het kneuterke". Jammer dat ik toen nog niet wist dat de Kneuter ook als Tukker bekend staat, dan had het geschenkje ook nog een persoonlijke "touch" gekend)

16.11.06

Niet mijn broer

‘t Is niet mijn broer maar wel een zoon van zijn vader. Om Snip en Snap maar eens te parafraseren. Iedereen zegt altijd dat mijn broer en ik zo weinig op elkaar lijken. Dat betreft onze persoonlijkheid, hij is geduldig, ingetogen en introvert, en zeker ook ons uiterlijk. Maar we zijn onmiskenbaar uit hetzelfde genetische materiaal opgebouwd. Het portret van zijn zoon Folker kan gemakkelijk worden verwisseld met een portret van mij op wat jongere leeftijd. De pregnante neus, de jukbeenderen en wenkbrauwlijn. Onze verwantschap was opgeborgen in Wolter’s zaad en toont zich in de schaduwen van de foto van Folker.

14.11.06

Plus-minpuntje


In een onlangs in NRC-magazine verschenen portret van Wouter Bos kwam ik een nieuwe term tegen, namelijk het al dan niet hebben van likeable flaw. “Kleine tekortkoming die je aantrekkelijk maakt”, is de wat lange vertaling van dit begrip. De scheefzittende en te grote pakken van Joop den Uyl, de overdadige baardgroei van Ruud Lubbers, het dikkejongetjesvoorkomen van Wiegel. Kortom een eigenschap die je menselijk maakt. Wouter Bos, zo werd door een marketingjongen in dat artikel gezegd, beschikt niet over zo’n tekortkoming: hij is te plastic, te keurig en te gecontroleerd. Het gebrek aan likeable flaw kost hem stemmen.

Bos schopte dit weekend om zich heen. Hij werd gedemoniseerd (of iets dergelijks dat we al vaker uit verdachtere kelen hebben gehoord): er werd volgens hem louter op de persoon gespeeld en niet over de inhoud gesproken. Ik vrees dat dit het effect is van de eigen campagne van de PvdA die vanaf het begin gemikt heeft op de vraag wie premier zou moeten worden. Een campagne die het persoonlijke leiderschapselement zo krachtig heeft ingebracht in de verkiezingsstrijd. Nu de Zeeuwse Zedenpreker populairder lijkt te worden (zie mijn profetische blog van april ) dan Bos gaat het roer nogal opportunistisch om. Draaien mag je het niet noemen. Probleem daarbij is dat de PvdA een onvoldoende heldere agenda heeft voor de komende vier jaar. Het partijprogramma is niet alleen te dik ( maar bevat onvoldoende in het oog springende punten waarmee kiezers over de streep getrokken kunnen worden. De inhoudelijke kaart spelen zal dan ook niet zoveel stemmen opleveren.
Nu Bos onder druk komt te staan en om zich heen gaat trappen begint hij meer menselijke trekken te krijgen. Martin Bril werd vandaag meteen enthousiast. Ik denk dat het daadwerkelijk tonen van “de-kat-in-het-nauw ” wel eens de likeable flaw van Bos zou kunnen worden.

De verkiezingsstrijd gaat daarmee een nieuwe fase in. Over inhoud gaat het dan nog steeds niet, althans slechts in afgeleide zin, want uit onderzoek is immers reeds gebleken dat de standpunten van de PvdA over AOW en hypotheekrenteaftrek door een meerderheid van de kiezers redelijk wordt gevonden. Om de inhoud alleen kiezen de meeste mensen niet voor Wouter Bos. Ze willen op een menselijke leider stemmen aan wie ze het besturen een tijdje kunnen toevertrouwen. Daarvoor heb je tegenwoordig een zichtbare tekortkoming nodig.

13.11.06

Buiten op het boekje


Culinaire fotografen moeten ook eten. Jan Bartelsman heeft een concept bedacht waarbij hij per provincie een boekje samenstelt met recepten van pakweg 30 goede restaurants. De deelnemende restaurants moeten natuurlijk iets betalen, een recept leveren en krijgen daarvoor een flinke doos met boekjes. Op de voorkant prijkt de foto van de uitbaters van het betreffende restaurant. Zo deden Pieter en Heleen ook mee en zie hier een afbeelding, niet van de moeilijk te scannen voorzijde, maar van van hun kazen in “Eten in Drente, Overijssel en Flevoland". Pieter vertelde dat het zoontje van de fotograaf de fotoos had bijgeknipt en opgeplakt op de voorkant en op die manier werd de “gepersonaliseerde” versie van het boekje geproduceerd.
Vorig jaar verworf het restaurant een plekje in het tijdschrift Lekker. Dit jaar is die prestatie gecontinueerd en figureren nog steeds de Baambrugse big en de kaastrolley in de beschrijving van de culinaire geneugten die de Lekkerjournalist heeft ondergaan. Heleen heeft zich eindelijk fatsoenlijk gedragen.
Een beetje kijk in de keuken – het is heel hard werken geblazen- heeft mij er van overtuigd dat dat een fraaie prestatie is. Restaurant Bouwkunde is een serieuze zaak geworden. Gelikt in boek en blad.

5.11.06

Ghosttown

Acht jaar geleden, in de ochtend van de 5e november, overleed mijn moeder. Ik nam hegge- en tuinschaar mee om het buxushaagje dat het graf van mijn zusje en de bijgezette urn van Ma omzoomd bij te knippen. De lauwe grauwe zondag schiep een passend decor voor de onderhoudswerkzaamheden. Vlak bij dit graf is een urnenveldje en Hetty en ik maakten een korte tour langs de naamplaten. Opvallend veel generatiegenoten van mijn ouders. Ja, je kent in een dorp nu eenmaal veel mensen.
Ten Harkel de blozende garagehouder. Bokhove, de kantoorboekhandelaar en drukker, met zijn lange gezicht, zijn onduidelijke mompelen, zijn opgeschoren kapsel. En Arie Schaafstra, de juwelier van tegenover ons, die in zijn zachte winkel met vitrines je horloge met zoveel zorg in zijn goed gemanicuurde handen bewoog. Of Gerrit Wissink, de flamboyante huisschildersbaas met zijn altijd zeer modern geklede vrouw tussen de rijen Flexa. Hun namen op de uit grinttegel opgetrokken urnenzuiltjes. Beelden van de Goorse middenstand van pakweg veertig jaar gelden herleven, zo maar op een begraafplaats. Ze weerspiegelen de kleine gemeenschap waarin ik opgroeide. Wat jammer dat hun bescheiden zestiger jaren neonreclames, de krullende letters van hun middenstandsnamen, niet op dit kerkhof op een wand zijn gemonteerd en mij toeschitteren: pastel groen, roze, fel rood. Ik hoor het tikken van de tientallen klokken in de zaak van Schaafstra, ruik de drukinkt van Bokhove, de terpentine bij Wissink, en voel het fluweel in de koffer van de vertegenwoordiger in kopjes en schotels die bij ons loom zijn waren aanprees. De namen. Hun geesten leven voort. Ik heb een dorp in mijn hoofd.

4.11.06

Blik verruimen

Dokters, advocaten, architecten, ja de meeste universitair geschoolde beroepsbeoefenaren noemen zich “professional”. Net nog geen professor, maar toch wel een beetje iets in de buurt. Zo’n “professional-status” brengt uiteraard de noodzaak tot allerlei vrijheden en autonomie met zich. Want je moet een professional niet in een keurslijf stoppen. De direkte relatie tussen opdrachtgever/klant en de beroepsbeoefenaar vindt plaats in een welhaast sacrale besloten sfeer waarin het aankomt op vertrouwen en persoonlijke dienstverlening. Een formulier invullen is al snel bureaucratische ballast, een manager al gauw niet productieve overhead.
Gisteren haalden we onze Ford Transit op bij Ben Hannink Autoschadebedrijf. Geen louche branche meer waarin de spuitinrichting niet voldoet aan de milieu, noch aan de ARBO-eisen. Een keurige balie, een soepele intake, en een reserveauto tot je beschikking. Alle sores met de verzekeringsmaatschappij, de autoschadebedrijven hebben rechtstreeks contracten met de assuradeuren, wordt geregeld en afgehandeld door een van de attente en aardige medewerkers van Ben. En bovenal je auto wordt tot in de puntjes verzorgd afgeleverd. Werk van professionals, zo zou ik zeggen, en dat om meerdere redenen.
Met Koen besprak ik aan de borreltafel of het Ben Hanninkmodel ook niet van toepassing zou kunnen worden gemaakt op bijvoorbeeld de gezondheidszorg. De huisarts als eerste lijns schadeexpert en voor een beetje uitdeuken en bijspuiten naar de polikliniek.. Ziekenhuizen werken als het autoschadebedrijf en hebben een eigen contract met de verzekeringsmaatschappijen.
Ik heb de autoschadejongens nog nooit horen klagen over DBC’s en een overload en aan administratieve lasten jegens de verzekeraar. Deze zal wel gek zijn want dan kost Ben Hannink nog meer. Natuurlijk is Ben wel op allerlei vlakken gecertificeerd, gekeurd en wordt’ie regelmatig gecontroleerd. In de autoschadebranche is dat de gewoonste zaak van de wereld, met , zo heb ik mogen ervaren, een weldadige uitwerking voor de klant.
Het Ben Hanninkmodel laat zien dat professionalisme en een strakke organisatie wel degelijk met elkaar verenigbaar zijn. Ben heeft er geen universitaire studie voor nodig gehad. Dat zal het zijn.

3.11.06

Wieteke aan gort

Soms hoor je iets op de radio, geheel per ongeluk, en denk je er niet over er een blogje van te maken. Maar bij deze kon ik het niet laten.
“Een dezer dagen”, zo kondigde de omroeper aan, “verschijnt het boek ”Aan tafel met Wieteke van Dort en vanwege die gelegenheid een kort gesprekje met de schrijfster”. Vervolgens een kletspraatje met Wieteke. Medebejaarde Willeke van Ammelrooij heeft het voorwoord geschreven. Ja natuurlijk, het boek is een mengeling van biografie, warme portretten, en van… recepten. Wieteke kennende zijn het, ja ja, Oosterse recepten. Adoe zeg…
Je wordt naarmate je ouder wordt steeds meer een karikatuur van jezelf, daar is geen ontkomen aan. Doch het zo benadrukken als Wieteke het doet. Oef. Je karikaturale type Indische vrouw op deze manier exploiteren, het is bijna erger dan het dwepen van Jan Peter met de V.O.C.
Ik veronderstel onmiddellijk dat onze Wieteke het niet breed heeft. Ze moet wel met dit soort boeken komen, haar oude imago telkens leven inblazen om haar kassa te laten rinkelen. Het heeft iets droefigs.
Het begin van medelijden werd echter meteen onderdrukt door het tabje diversen op haar website waarin een keur aan natuurgeneeskundigen wordt aangeprezen. Zo bezoekt onze Oma Lien tweemaal per jaar Jomanda. Ja Wieteke, ik kan me voorstellen dat je met dat Indische verleden in stille krachten bent gaan geloven, doch de pulp die je aanprijst maakt de afbladdering compleet. “Aan tafel met Wieteke van Dort”. Ik ben bang dat de tafel gaat bewegen, wellicht zelfs zweven. En dat met al die heerlijke Oosterse gerechten. Sambal bij? Adoe dat ontslakt zo fijn.

P.S. Wie leest dat soort boeken? Kent iemand een lezer van het werk van Wieteke: laat het me weten?

2.11.06

Aap-Mies-Notebook

Ik broed al twee weken op een ingezonden stuk voor bijvoorbeeld NRC. Daarin zet ik mijn idee uiteen over het verstrekken van laptops aan middelbare scholieren. Hiermee sla je vele vliegen in een klap. Geen gesjouw meer met een zware schoolboeken tas, gratis verstrekken van schoolboeken is digitaal een stuk makkelijker en goedkoper, alle scholieren hebben zowel thuis als op school de beschikking over een P.C. en het biedt een platform voor verdere innovatie van het onderwijs. Alvorens ik iets wegstuur laat ik mijn bloglezers graag kennismaken met mijn voorstel. De werktitel van mijn bijdrageis als de titel van dit blogje: Aap-Mies-Notebook. Via de link kom je bij het concept. Zelf vind ik het natuurlijk een heel goed idee, maar het verkopen van zo’n idee is natuurlijk heel andere koek.

26.10.06

Momentopname

Sjaak bazuint overal rond dat er een foto van mij in Intermediair staat. Dus moet het maar even geblogd worden. Intermediair van vorige week bevat een uitgebreid portret van Ronald. Ten behoeve van het artikel zijn talloze mensen geinterviewd, waaronder deze “jeugdvriend”. Voordat ik iets losliet had ik me eerst in verbinding gesteld met Ronald, want ik praat niet graag met journalisten over mijn vrienden. Hetty was al wat loslippig geweest tegenover de persmuskiet en trekt zich daar nog de haren van uit haar hoofd. De journalist wist al heel veel en ik had er niet echt veel aan toe te voegen, althans geen dingen die ik kwijt wilde. Gelukkig word ik nauwelijks geciteerd in het artikel, ook al sprak ik een uur met hem. Ik had wel gehoopt dat hij mijn antwoord op zijn vraag of Ronald minister wilde worden had opgenomen. “Ik weet niet of hij het wil, maar ik zou het enig vinden. Heb nu al een beroemde professor als vriend maar dan zelfs een minister, dat wil toch iedereen. En misschien krijg ik dan eindelijk een beetje invloed op hoe het gaat.” Ik geloof dat de journalist de ironie van de laatste zin niet kon rijmen met mijn voorafgaande enthousiasme. Afijn, bij het artikel kwam ook een foto van ons oude Augustinus-bestuur, zonder Aart overigens. We zitten op de puinhopen van de afgebrande zolder en bereiden ons voor op een tijdelijke verhuizing naar de Breestraat. Niet alleen de zolder, maar de hele vereniging ging aan ons ten onder aldus het lemma in Wikipedia.
Bij deze een foto, niet doorgespeeld aan Intermediair en exclusief voor de lezer van mijn weblog, waarin ik een cruciale rol speel in de carrière van Ronald. Ik was paranimf tijdens zijn promotie, de plek is de Senaatskamer in het Academiegebouw aan het Rapenburg. Zijn proefschrift ging over DNA/RNA en het onderzoek er naar met behulp van het wormpje C-Elegans. Ik snapte er heel weinig van. Op een gegeven moment vroeg een lid van de promotiecommissie dat er op bladzijde 65 een opmerking stond die hij niet begreep en dat hij daarover uitleg van de promovendus eiste. Ronald bladerde driftig in zijn proefschrift, hij had niet goed gehoord over welke bladzijde het ging. “65” fluister ik hem hier toe. En zo kon hij moeiteloos antwoord geven op de scherpe vraag. Hij promoveerde cum-laude. Ja, zo weet je weer wat een “jeugdvriend” voor je kan betekenen. Als’ie ooit minister wordt hem ik nog wat van hem tegoed dus.
(Ik bewaar deze anekdote voor een volgend interview)

Muzikale genetica

Het leuke van internet is dat je al onderzoekend en nieuwsgierig zijnd bij sites, mensen, plekken of muziek komt. Een digitale ontdekkingsreis als het ware. Veel mensen schijnen bijvoorbeeld op het knopje next blog te klikken om zo maar eens bij iets anders terecht te komen. Zo krijgen kleinere muziekgroepen, schrijvers en bizarre filmpjes een relatief groot publiek.
Pandora is een webradio met bijzondere eigenschappen. Je kiest een favoriete artiest. Op basis van de muzikale genetische code van deze artiest krijg je vervolgens nummers te horen, niet alleen van hem maar ook van “soortgenoten”. Het is als het ware een gefilterde ontdekkingsreis op basis van de muzikale eigenschappen die jouw artiest heeft.
Die eigenschappen zijn toegekend op grond van 400 mogelijke attributen. Deze zijn tot stand gekomen in het Musical Genome Project. De taxonomie van dit Genome project is een stuk verfijnder dan bijvoorbeeld een indeling in Genres omdat meer eigenschappen van de muziek worden vastgelegd en zo een veel fijnmaziger catagorisering tot stand kan komen.
Het toekennen van eigenschappen aan de nummers is tot stand gekomen door een combinatie van enerzijds de inbreng van muziekdeskundigen en anderzijds het luisterend publiek dat kon bijdragen, en nog steeds kan bijdragen, aan het classificeren en toetsen van de eigenschappen.
Het is een methode om je ontdekkingsreis wat gerichter te laten verlopen, maar toch wel op verrassingen te stuiten. Mooi bedacht en simpel uitgewerkt. Het inspireert om op zoek te gaan naar juridische genetica waarmee onze uitspraken op Rechtspraak.nl beter kunnen worden ontsloten.

(Voor Pandora moet je je na enkele nummers registreren met een US-Zipcode en wellicht is een mailwebadres het beste. Want formeel mogen alleen Amerikanen luisteren)
(Natuurlijk zit er een commercieel kantje aan. Je kunt nadat je nummers beluisterd hebt gemakkelijk doorklikken naar ITunes of Amazon op nummers of de Cd te kopen).

25.10.06

Buswoorden


Lijn 11 brengt me van de Maliesingel naar het Centraal Station in Utrecht. Meestal is het opgepropt staan maar vandaag kan ik vanwege de herfstvakantie zitten. Achter mij hoor ik twee meiden van een jaar of 17 luidkeels met elkaar praten, de tongval is Utrechts.

“Ja, die bestekbak in het cafe die was stuk en daar kon je je toch aan opensnijen joh. Toen hebben we gewoon heel zwaar zitten zuipen. Bas ging mee naar mij en toen hebben we ook nog een halve fles rum opgedronken. Heel laat naar bed maar wel “very good sex” gehad.”
“Met mij is het niks, ik ben weer tussendoor ongesteld geworden. Misschien moet ik een andere pil gebruiken zeg de dokter.”
“Oh, ik ben mijn pil vergeten.”
“We gaan zo even lekker sporten, gewoon alles geven.”
“Stonden we vanmiddag onder de douche een beetje “horny” te doen. Werd ’t ie bij hem lekker groter, begaf de geiser het en van het kouwe water kromp’ie meteen weer. Jammer maar wel lachen.”

Ik zit er in mijn grijze ambtenarenpak en regenjack, m’n laptoptas op schoot, wat onhandig, zeg maar stijfjes, naar te luisteren. Gelukkig nog net geen puzzeltje te maken.

19.10.06

Arme Amelie


Balkenende heeft in het kader van de campagne brieven geschreven naar allerlei mensen en die brieven zijn gebundeld in een boek. Hij mocht het komen toelichten bij Pauw en Witteman. Aan tafel zaten ook Ali B. en Adriaan van Dis. Een van de brieven was gericht aan de klas van zijn dochter Amelie. En zo kwam het gesprek op het kind. Van Dis vraagt aan JP of zijn dochter zich wel eens schaamt voor haar vader, luister mee.

powered by ODEO
Hetty en ik vielen, evenals Van Dis en Ali B, van onze stoel van verbazing. Dat een premier dit basale psychologische inzicht mist, dat doet het ergste vrezen voor zijn emotionele huishouding. Later bedacht ik me dat je dat schamen of nog van je zelf weet of weet van je eigen kinderen. Soms begin ik tijdens het fietsen te zingen en je ziet dan achteropzittende of meefietsende kroost in elkaar krimpen en smeken om op te houden. Ze willen niet dat een ander mij hoort zingen. Balkenendes prietpraat is eigenlijk heel eenvoudig te verklaren. Z'n dochter was 3 toen'ie als premier begon en ze is nu 7. Hij pocht op een liefdesband, maar die is er helemaal niet. Hij heeft geen tijd gehad die tot stand te brengen en de meest elementaire emotionele ervaringen met het kind te delen. Hij kent zijn eigen kind nauwelijks en weet niet wat er in haar omgaat. Geen schande voor een druk man als een MP maar houd je muil er dan ook over. Kindermisbruik in de politiek, er moest een straf op staan.

18.10.06

Vandaag geen kaas

Bieslog had laatst een leuk rijtje van fragmenten die via YouTube konden worden bekeken. Snip en Snap, Jacobse en Van Es met de cursus Bamzaaien, French en Saunders (met een Kill Bill-parodie) en nog zo wat. Al jaren ben ik op zoek naar een stukje van Tom Manders (Dorus) dat ik ergens in mijn vroege jeugdjaren zag over een octrooimeneer die haldronken langs de kasten op zoek is naar een boek met uitvindingen over muizenvallen. "Muizehokjes, muizekooitjes,... muizevallen". Onbenullige zinnetjes, flarden tekst die in je hoofd zijn bljven hangen en die op de meest vreemde momenten naar boven komen. Nutteloze kennis die een groot deel van je harde schijf beslaat. En jawel op YouTube vond ik het fragment terug. Het duurt in zijn geheel 9 minuten en het is nog immer vermakelijk al had ik het idee dat het destijds veel langer duurde. Het autobiografisch geheugen vergroot niet alleen de plekken van je jeugd- als je er later komt is alles veel kleiner dan je je had voorgesteld - maar verlengt ook de beelden die je hebt gezien.
Nog even en je kunt op Internet je eigen Zomergasten samenstellen.

Windows NL


Het A-deel van het rapport van de Canoncommissie heb ik met interesse gelezen. En zoals commentatoren reeds aangaven het is een beleidsstuk waarbij je je vingers af kunt likken. Mooi geschreven, duidelijk maar bloemrijk, helder, evenwichtig en toch wervend. Een voorbeelddocument voor iedere ambtenaar in spe: zo kan het ook. Over de wandkaart en vooral over de iconografie, de representerende waarde van de afbeeldingen, ben ik minder te spreken, maar da’s wellicht een kwestie van smaak. (zie de website)
Opvallend vind ik de seculiere invalshoek van de canon. Vooraanstaande posities voor Erasmus, Spinoza, Hugo de Groot, Annie Schmidt en Drees. Het canon is een liberaal-humanistisch canon geworden. Geen kardinalen, Calvijn, Abraham Kuijper of Colijn. Godsdiensttwisten, op de beeldenstorm na, verzuiling en schoolstrijd zijn geen hoofdmoot van ons vaderlands verleden, althans niet op het eerste gezicht. Van Rembrandt is niet een van zijn ontelbare bijbelse voorstellingen gekozen maar de Nachtwacht, een schutterstuk. In een land waar de meeste monumenten kerken zijn is die wereldse aanpak een enigszins bevreemdende maar misschien ook wel geruststellende ervaring. Over 50 jaar zou een bijzin in het Canon dan zo kunnen luiden: “Er mogen dan honderden moskeeen zijn geplaatst in het begin van de 21e eeuw, van wezenlijke invloed op de ontwikkeling van onze post-welvaartstaat zijn ze nauwelijks geweest. Victor en Rolf, Droog Design en Rem Koolhaas hebben in die periode belangrijke internationale allure gegeven aan de Nederlandse vormgeving.en daarmee ons land op de kaart gezet.Het weblog deed zijn intrede en veranderde de manier waarop we commniceerden definitief."
Vijftig vensters op de geschiedenis van ons land. Ik ga het de kinderen vanaf morgen bijbrengen. Ik vind het mooi uitgedokterd en het past wonderwel bij mijn nakende leeftijd.
(Frits van Oostrom, de voorzitter van de Canoncommissie, was ook op het feestje van Jaqueline (zie vorige blog), maar dat was toeval. Buurman van om de hoek bij haar)

15.10.06

Toevallen

Je verbazen over het toeval. Ik doe het hier af en toe. Over dat Cor Klaas kent of dat ik Kees op drie onwaarschijnlijke plekken tegenkom. Zo was ik uitgenodigd op het 50-jarige verjaardagsfeestje van een oud-collega-bestuurslid uit mijn studententijd, Jacqueline. In het theehuis in de Leidse Hout. De eerste die ik tegenkom is Jan C. uit Steenenkamer, bij ons om de hoek. Ik ken hem een beetje. Z’n dochter speelde wel eens met Coos. Blijkt dat hij Annet , de zus van feestvarken Jacqueline, via internetdating heeft leren kennen en daar al een paar maanden verkering mee heeft. Kom ik in Leiden bij een verre relatie van vroeger, Jacqueline is overigens nog even aardig, spontaan en authentiek als destijds, dan kom ik daar een vent uit Deventer tegen die ik daar helemaal niet zou verwachten. Stom toeval.
Sinds vorig jaar heb ik een schilderij van Rubens als afbeelding op mijn bureaublad. Een voorstelling van het paradijs met Adam, Eva, de appel, de slang en gestoffeerd met een keur aan dieren. Ik had de foto van een site van het Mauritshuis geplukt ten behoeve van enige kunsteducatie van mijn kinderen. Liep ik vandaag via de Vijverberg naar het Plein zie ik daar de afbeelding op een enorm billboard waarmee een tentoonstelling over Rubens en Breughel wordt aangeprezen. Mijn eerste gedachte is niet dat daar een uitvergroot schilderij uit het Mauritshuis hangt maar dat ze mijn bureaublad hebben gebruikt voor deze reclame. Zoiets van: dat hadden ze me wel eerst kunnen vragen.
Maar waarom kies ik die, toch die niet zo voor de hand liggende, afbeelding voor mijn bureaublad, ik wil vast orgineel overkomen, en kiest het Mauritshuis diezelfde afbeelding om een tentoonstelling over de samenwerking van Rubens en Breughel te promoten. Toeval. In het stomme daarvan ga ik steeds minder geloven. Achter dit alles zit een diepere bedoeling die mij eens geopenbaard zal worden.

14.10.06

Geen punt


Alle 5 wedstrijden met reuzecijfers verloren. Dat is de vervelende balans in de eerste helft van het hockeyseizoen van Deventer JE11, het team van Derk en Bart. Hoe ze ook hun best doen, de doelpunten rammelen ons om de oren. Het viel nu nog mee, 6-2 voor de Harderwijkse Mezen. Een van de problemen van het team is dat we geen wisselspelers hebben. De kleine mannen moeten nu de volle 50 minuten over het gehele veld zwerven. Ze blijven nog te weinig op hun positie spelen en de bal echt uitverdedigen is een probleem. Om de moed erin te houden trakteerden de coaches Jan en Jan het team op ijs. Op de parkeerplaats maakten de spelers alsnog een vreugdedans alsof ze de competitie hadden gewonnen (zie video) Na de herfst worden we ingedeeld in een poule met minder goede tegenstanders. We kennen onze plaats.

10.10.06

Tirza

In de boeken van Grunberg ben ik nooit ver gekomen. Ik probeerde Fantoompijn en de Asielzoeker, beide redelijk bejubelde geschriften van ons literaire supertalent. Maar ik verdwaalde in zijn hersenspinsels, in zijn meligheid die mijns inziens ten onrechte voor humor wordt aangezien en vond weinig identificerende aanknopingspunten die het lezen tot een belevenis maakten. Niet mijn schrijver. Amil Ramdas recenseerde in zijn column het nieuwe boek van Grunberg “Tirza” zodanig positief dat ik ergens wachtend op een station toch weer tot aankoop besloot. En dit keer heb ik het snel uitgelezen. Nog steeds is er een hoop meligheid, de running -sushi en italiaanse gewurztraminer gags- zijn daarvan voorbeelden, is er semi-filosofisch gekwezel, maar de spanningsboog is fraai en het boek kent een sterke plot. De hoofdfiguur Hofmeester is zo’n verschrikkelijke Jan Doedel dat je er soms tenenkrommend bijzit en toch blijft’ie overeind. Grunbergs behandeling van vrouwen blijft wel erg eendimensionaal, madonna of vooral ordinair en hoer. Hij kan er geen literaire verbeelding aan geven waardoor zijn boeken iets gemankeerds houden. Ramdas vergeleek de hoofdfiguur met Eichmann, omdat de grauwe, berustende meeloper daden kan plegen die je niet voor mogelijk houdt. Ik vind die vergelijking na het lezen van Tirza mank maar interessant,want het motief van Hofmeester is zoveel duidelijker jaloezie.
Grunberg speelt een spel met de ”post 9/11 roman” maar raakt werkelijk snaren wanneer hij de bizarre tocht van Hofmeester in Zuid-Afrika beschrijft. Je wilt Hofmeester toeroepen er mee op te houden. En dat weten te bewerkstelligen met literaire middelen is kunst. Je blijft na het lezen wel een poosje onrustig van zo’n boek.

7.10.06

Ontluisterend


Hetty is al jaren en fan van de band Johan. Ze bevindt zich daarmee in het bijzondere gezelschap van Joost Zwagerman en Kluun. Vooral de CD “Pergola” is door haar grijsgedraaid. Gitaarpop zonder veel opsmuk maar wel met frisse arrangementen. Ze traden nu op in Deventer dus wij met z’n tweetjes naar Het Burgerweeshuis. En het viel ontzettend tegen. Er werd een baal geluid over ons uitgestort waarbij het relief, de zangstem en de verstaanbaarheid verloren gingen in een draaikolk van bastonen. Af en toe werd er zelfs vals gezongen. Hetty was heus teleurgesteld.
Ik vond het niet zo erg want voelde me heel cool tussen al die jongeren. Overigens was het een gemengd publiek, heel wat anders dan bij de theatervoorstellingen die ik bezoek. Slechts de helft van de aanwezigen had mijn zoon of dochter kunnen zijn. Zou Coos het erg vinden om haar Pa over een jaar of 7 -8 aan te treffen in dezelfde tent waar ze naar haar favoriete band gaat luisteren en haar tweede vriendje en derde breezertje scoort?

6.10.06

De P in ICT


Een commissie onder voorzitterschap van Wim Deetman evalueert de in 2001 opgerichte Raad voor de Rechtspraak. Een van de onderdelen van die evaluatie is hoe het is gegaan met de automatisering bij de gerechten en wat er beter kan. Hans Smits, voormalig topman van de Rabobank, had een sessie belegd met zo’n veertig vertegenwoordigers uit zowel de rechterlijke organisatie zelf als daarbuiten. Stefan en ik mochten ook aanschuiven. Na wat plenaire voordrachten, waarbij een buitengewoon praktische voormalige CIO van de Rabo een heerlijk nuchter verhaal vertelde, werden we in vier groepen uiteengejaagd. We discussieerden daar vrijmoedig over fouten en kansen. Ons Bistro kwam er goed van af in de beschouwinkjes van deze en gene. En wij konden onze kritische eieren links en rechts kwijt.
Nadat de groepjes hadden teruggerapporteerd stelde Hans Smits enkele vragen. De hoogsten op de apenrots zorgden keurig voor de beantwoording. Wat hem opviel, zo leidde Smits een vraag in, dat hij nergens iets gelezen had over de relatie tussen informatisering en de “factor mens” binnen de rechtspraak. Wat was daar allemaal over bedacht, zo vroeg hij zich af. Er volgde een pijnlijke stilte. De veertig krijtstrepen en twee mantelpakjes keken elkaar hulpeloos aan. Automatisering en aspecten van arbeidsvreugde, betrokkenheid, wel of niet verlies van autonomie, we hebben er nog nauwelijks aandacht aan geschonken. En zo’n harde bankmanager moet ons softe overheidsdienaren daar op wijzen! Het zwijgen impliceerde ook een zekere mate van schaamte. Van dat ze in het bedrijfsleven toch wat completer tegen leidinggeven aankijken dan binnen de rechtspraak. Ook al heet dat daar wat instrumenteel “de factor mens”. Het ontbreken van een inspirerend en zakelijk HRM-beleid, een veel te groot woord voor mij overigens, is een van de grootste valkuilen voor de rechtspraak. We lopen achter en zijn op dit punt amateuristisch bezig met een veld vol kwalzalvers en kletskousen. Als dat inzicht de resultante zou zijn van de evaluatie van de automatisering dan heeft ook deze middag toch nog iets opgeleverd.

3.10.06

Vertrouwensdeuk

Ik las in de krant dat er tegenwoordig zelfs een website over bestaat: www.vrouwenrijdenbeter.nl . Ik zou het niet weten want ik heb weinig ervaring met mannen. (Dit soort grappen vind je dan weer op www.mijnranzigehumor.nl )
Helaas werd de boodschap van de website even niet bewaarheid. De vrouwelijke teamchef van Hetty, die ook bij ons in de wijk woont, knalde bij de oprit van de brug achter op onze bus. Hetty wat lichte pijn in d’r nek maar verder gelukkig niets en ook M.was niets ernstigs overkomen. Louter blikschade. We worden een vaste klant van Autoschadebedrijf Ben Hannink. Hetty ging ’s avonds met het schadeformulier naar M. en deze baalde van het voorval. Maar ja, wie achterop iemand rijdt heeft schuld. Het duurde een paar dagen voordat we het door haar ondertekende formulier retour ontvingen. Niet alleen een auto maar ook een werkrelatie kan zo een deukje oplopen.

2.10.06

Onzichtbare hand

Meestal geven we tweedehands spullen weg, brengen ze naar “het Goed” of de vuilstort. Maar ik had enkele objecten die het verkopen waard waren c.q. die ik graag kwijt wilde. Voor het eerst in mijn digitale leven plaatste ik een advertentie op Marktplaats.nl en in no-time waren er biedingen en reacties. Alsof mensen op een Fatboy of wandelschoenen liggen te loeren. Al snel worden je spullen tientallen keren bekeken. Ben nu al twee keer met van dat bruine plakband in de weer geweest en heb de pakketjes bij ons postloket in de Meermarkt afgegeven. Inmiddels voor meer dan 100 euro aan rotzooi verkocht. Hetty en ik gaan de bloemetjes buiten zetten en de 100 euro stukslaan in de PC-Hooftstraat, the place to be voor een beetje handelaar.
Met de verkoopactiviteiten werd ik deelgenoot van de bloeiende tweedehandsmarkt die het internet faciliteert. Nog nooit kwamen vraag en aanbod zo snel en fraai bijeen.

1.10.06

Eigen accent

Wie de nuance zoekt moet niet naar een voorstelling van de cabaretier Andre Manuel, Hij beukt er lustig en rauw op los, schuwt de generalisaties niet en kiest voor harde grappen. Z’n try-out in de Bouwkunde was meer een “leesvoorstelling”, aaneengeregen columns, en nog heel weinig vorm. Hij gaat er dit keer geen muziek in stoppen en hij wordt binnenkort voor het eerst geregisseerd. D’r moet nog veel aan gebeuren.
Andre deed mee aan het Leids Cabaret Festival en komt uit Diepenheim (bij Goor). Z’n vorige voorstelling “Lazerus” deed hij de laatste twee keer in het dialect. Binnenkort is hij ook te zien in de regio-oost-soap. Z’n helpers zijn ook altijd plat pratende jongens.

Wat is dat toch met die provinciale artiesten die een breder publiek vinden: Rowwen Hèze, Daniel Lohues, Ge Reinders , Herman Finkers en ook Andre. Ze doen hun kunstje vaak in gewoon Nederlands maar schuwen een optreden in hun volkstaal niet. Ze dragen bij aan de cultivering van hun “eenvoudige” komaf: het platteland.
Je leest wel eens dat de hang naar regionalisme de tegenhanger vormt van de globalisering. Mensen weten zich veilig en beschut in eigen kring. En op deze golf surfen de genoemde artiesten mee. Ik weet het niet, ik denk eerder dat het dialect en het kokketteren met hun afkomst bijdraagt aan een authentieke uitstraling. Ze hebben als vanzelf een eigen accent en zoiets scoort hoog in de Idolstest. (Boer zoekt vrouw is ook al zo populair) Kortom, ik weet waar ik het van hebben moet.

29.9.06

Ouwe plaatjes


Via een van mijn RSS-feeds werd ik geattendeerd op een nieuwe service. Je kunt niet alleen geluid en video makkelijk online zetten maar ook je presentaties. Ik probeer een oude waarin de voormalige vormgeving van Rechtspraak.nl verwerkt was.

27.9.06

Bruggenot (6)



















Naar de stad

Het was een ogenblik waar wat
ik had gedroomd, daar lag
vanmorgen in een lage mist
wat gisteren nog stad was
in de as, een rokende puinhoop
in het grasland

Maar het liep goed af want er was
nog zoveel over sinds vannacht.
Het weinige dat opviel waren de warme
gordijnen in de straten, dat ze nog
waren toegeschoven.

(Rutger Kopland, uit: Onder het Vee,)

25.9.06

Lievelingsdier




















Derk had een werkblad “Technisch lezen”. Het begon met een zielig verhaal over een kip, Floor’s lievelingsdier. De kip pikte eerst lustig rond maar at iets verkeerds en ging dood. Je moest het, aldus de instructie, met emotie voorlezen. Iets verderop kwam een open vraag, waarbij Derk in enkele zinnen moest omschrijven wat zijn lievelingsdier was en waarom. Hij koos voor de koe. Omdat, zo schreef hij op de voorbedrukte lijntjes, je er zo goed yoghurt, hamburgers en frikandellen van kan maken.

24.9.06

Sudokoef

Mijn moeder maakte de grote Libelle-puzzels. Ze installeerde zich op de bank, de voeten op de poef en naast haar een dik puzzelwoordenboek voor als ze iets op moest zoeken. Puzzelen is iets voor oudere mensen. In de trein zie je vooral mannen op leeftijd met hun pen tegen de onderlip tikken, naar buiten kijken, nadenkend over hun volgende woordje. Ik heb het altijd een maffe vorm van vervelingsbestrijding gevonden.Cryptogrammen zijn nog net geoorloofd. Je moet er anders, wat creatiever, bij nadenken. Ik weet van Ciske dat ze op zaterdag altijd met haar moeder belde over de oplossing van een cryptogram.
Een paar maanden geleden begon ik een sudokoetje te maken, om te kijken of ik het ook een beetje begreep. Ik had er al wat over gelezen. Dat het in Engeland een ware rage is geweest en je er heel erg verslaafd aan zou kunnen raken. Dat laatste is bij mij zeker niet het geval. Toch moet ik bekennen dat ik met plezier uitkijk naar het zaterdagse sudokoetje in de krant En naar die van dinsdag en die van woensdag. Voor het slapen gaan even een puzzeltje wegtikken om de zinnen te verzetten. Gelukkig ziet alleen Hetty het, als ze al niet slaapt.In de trein maak ik wel eens stiekum,en met een zekere schroom, een puzzeltje. De meesten letten en er niet op of denken dat het bij mijn leeftijd past. Ik haal morgen mijn moeders herbeklede poef van de kamer van de jongens en zet hem beneden, dicht bij bank.

22.9.06

Schillers Appel

“Het is wel een heel mooi decor”, zei Pieter na afloop van Don Carlos. En dan weet je wel wat hij van het toneelstuk vond. We hadden de voorstelling vorig jaar gemist, Hetty was destijds met het gezelschap, waaronder Tom, in de file terecht gekomen en vervolgens verdwaald in sluiproutes. Nu ging Tom weer met ons mee en toen de trein tussen Amersfoort en Amsterdam plotseling stil hield vreesden we dat we het stuk weer zouden missen. Het ging goed en we zaten op tijd in de, bij lange na niet uitverkochte, schouwburg.
Het stuk was hier en daar langdradig, het spel moeizaam en flets, behalve dat van Hans Croiset en Chris Nietvelt.De regisseur had getracht er dynamiek in te brengen door de spelers toch vooral hardlopend binnen te laten komen en weer af te laten gaan.
De verwikkelingen aan het Hof van Philips de IIe, uiteindelijk leidend tot de moord of in ieder geval de dood van zijn zoon Carlos en zijn 3e vrouw Elisabeth, kregen in mijn ogen te weinig actuele lading en betekenis. Friedrich Schiller schreef het stuk (1787) als een aanklacht tegen het despotisme en als steun in de rug van de Verlichting. Misschien kwam het allemaal omdat de spelers te weinig spanning met elkaar wisten op te bouwen. Iedereen stond teveel voor zichzelf te spelen.
Critici hebben deze Don Carlos bejubeld maar de stemming in ons groepje was toch veel minder positief: “overgewaardeerd”. Behalve dan het decor, dat was best mooi.

19.9.06

Levenslang

Vroeger had je een hoofdmeester die gewoon les gaf in de zesde klas. Nu heeft elke school een directie en een locatiedirecteur. En die hebben tijd om een dikke schoolgids samen te stellen. 46 pagina's telt die van de Hovenschool met inhoudelijke bespiegelingen, feitelijke informatie en overdadige toelichting. Ik heb de neiging zo'n gids kritisch te lezen op taalaspecten als grammatica, spelling en zinsconstructies. Of op moeilijke begrippen. Zielig ouderwets en eigenlijk helemaal niet iets waar ik me normaal erg druk over maak. De gids nodigt me uit. Ik geef enkele voorbeelden:
" Een kind leren kritisch en zelfstandig te zijn en ook te kunnen samenwerken past hierbij."
" Het onderwijskundige rapport van de vorige school geeft op onderwijskundige motieven aanleiding tot het kind niet toe te laten".
" Een van de belangrijkste acties die op dit terrein worden ondernomen is de introductie van een algemeen directeur".
" Ouders krijgen via de oudergeleding van de medezeggenschapsraad instemming over hoe het overblijven geregeld wordt."
" Het past in de traditie van het Nederlandse onderwijs aandacht te besteden aan feesten en leerlingen kennis te laten maken met de diverse culturele achtergronden. Er wordt vanuit gegaan dat leerlingen dus meedoen aan didactische activiteiten die daarop betrekking hebben."
"Toch zijn er situaties waarin het schoolbestuur kan besluiten een leerling niet toe te laten. Bijvoorbeeld als de school helemaal vol is. Het is mogelijk om hiertegen bezwaar aan te tekenen bij het schoolbestuur."
"Het criterium om een basisschool al of niet extra middel toe te kennen, is voortaan het opleidingsniveau van de ouders. Voor deze regeling is een nieuwe ouderverklaring nodig....Voor 1 oktober worden leerlingen van vier en zeven jaar gewogen."
"De kunstmatige scheiding tussen leren tijdens de opleiding en na de opleiding komt zo geleidelijk te vervallen, een levenlang leren."

16.9.06

Den en Rust


De kist van Saskia stond voor opengeschoven tuindeuren in de aula van Den en Rust. Zo hadden we een frontaal zicht op de lengteas van een recht bospad dat de begraafplaats ontsluit. De laatste weg krijgt hier diepte, kleur, en begeleidende beweging van de zachte zwoele najaarswind.
Saskia is de vrouw van collega Gijs en ze overleed vorige week aan de gevolgen van kanker, 42 jaar oud. Ze laat Gijs en de tienjarige Sjoerd achter. De dood is blind.
De bijeenkomst was intiem en mooi. Kinderen van de klas van Sjoerd hadden tekeningen gemaakt en zaten met z’n allen naast de kist op de grond. De vader van Gijs hield een warm en aangrijpend feitenrelaas. Bijzonder was de overbuurvrouw die vertelde over de band die tussen haar en Saskia was gegroeid tijdens de lange ziekteperiode. (Je hoort dat wel vaker dat een buurman of collega in zo’n periode in eens zoveel nader komt. De aanvankelijk enige mate van distantie maakt dat diegene die ziek is hem of haar in vertrouwen neemt en er haar hart bij uitstort. Bij bekenden die meer nabij staan is dat vaak moeilijker. ) Er klonk een fado van Nynke Laverman, een ode aan de liefde van Saskia voor Friesland en de Wadden. Een lid van haar leesclub verhaalde over de didactische inslag van Saskia. Zo kregen we boeiende en heel persoonlijk gekleurde beelden van haar. Troostende beelden en troostende muziek.
Voor de meesten is de rouw en het aangrijpende vooral gelegen in het moment daar. Voor Gijs en Sjoerd, en de anderen die haar zo na stonden, is er nog een lange weg te gaan.
Saskia wilde dat we na afloop een glas Champagne dronken. Dat hebben we gedaan maar de toost van haar zwager klonk toch wat moeizaam. Want meestal, zo voelde iedereen wel een beetje aan, drink je op iemands gezondheid. Daarmee waren we rijkelijk te laat.

13.9.06

Loopvermogen


Ik vind de wandelstukjes van Joyce Roodnat in de NRC niet altijd even boeiend. Ik wil er graag iets meer aanbeveling in. Afgelopen weekend ging ze eens echt uit haar bol. Ze beschreef het (nieuwe) deel van het Havezatepad dat vanaf Markelo, via Diepenheim naar Goor loopt. Haar enthousiasme spat van het papier. Ik ken de meeste stukken van de wandeling natuurlijk. In een van mijn blogjes dweepte ik al eens met een wandeling door het Westerflier. En op het afgedrukte kaartje van het Havezathepad zie ik dat dit parcours daar over het mijne ligt.
Het pad loopt ook langs het laatste kasteeltje dat mijn voorvaderen ooit bezaten: het Wegdam (zie plaatje). Roodnat schrijft: “een havezate is, onthult een informatiebord, ‘een adellijke getimmerte’. De adel is niet gek: die timmert waar het mooi is. Hier dus…’
Een kleine correctie is op zijn plaats. De adel maakte het mooi waar ze hun huizen timmerden. Ze lieten fraaie tuinen aanleggen en zogen kleine pachtboeren uit, boeren die een relatief kleinschalige landbouw bedreven op niet al te grote percelen De adel hield de ruilverkavelaars buiten de deur en deed aan houtvesten. Anders gezegd: de adel droeg op zijn manier bij aan de vorming van wat we nu een mooi landschap vinden.
Gaat het zelf zien en wandel. Geniet van een stukje voorvaderlijke geschiedenis en ruik mijn roots: de stal.

12.9.06

Prijs of geen prijs


Heleen is mijn boekengids. Ze had Ultramarijn van Henk van Woerden in mijn stapeltje gestopt. Ooit had ik Moenie-kijk-nie van hem gelezen en dat vond ik mooi. Heleen was ook weg van Ultramarijn,evenals de jury van de Gouden Uil. In Frankrijk begon ik er aan en na vijftig bladzijden wilde ik het wegleggen, ophouden. Maar ik dacht aan Heleen en de Gouden Uil dus ik las dapper door. Tot bladzijde 276. Toen kwam het boek zo mijn neusgaten uit dat ik stopte. In het zicht van de haven. Veel te sferisch voor mij, een te vaag Middellandse Zeedecor, een luitspeler met uitwijdingen over muziek en klanken, propvol beelden en dito spraak, en een gezochte constructie waarin de luitspeler een relatie krijgt met de dochter van z’n verdwenen halfzus. Het is vast een goed boek want Heleen en de Gouden Uil prijzen het aan, maar niet bestemd voor mij.
Dan “Over schoonheid” van Zadie Smith, genomineerd geweest voor de Booker-prize. In de roos. Filmisch, een gezinsroman zoals alleen Amerikanen dat kunnen. Ernst en humor, veel tranen, goeie en slechte sex, liefde, jaloezie en overspel, rassenvragen, tobben met afkomst, tijd en ouderdom. In een soepele stijl met mooie dialogen. De ironie rond de Afro-Amerikaanse geesteswetenschappen is hilarisch en toch met respect gedoseerd. Best wat op aan te merken want de conservatieve Kipps blijft in in mijn ogen wat te karikaturaal terwijl de liberale familie juist heel veel relief krijgt. Maar als je zo iets meeslepends kan schrijven zijn dat zeurpuntjes.
Heleen mag mijn boekengids blijven. De uiteindelijk niet gekregen Bookerprize wint het van de Uil

11.9.06

Hoofd uit de wind


Je hebt in Cornwall bays, coves en creeks. En dat is dan ongeveer de volgorde in afnemende breedheid. Ik heb er tijdens het wandelen met Fijke heel wat gezien. Wat ik zo mooi van dit land vind is de plotselinge overgang van land naar zee. In een keer houden de met hagen omzoomde weilanden op en dan plop, 40 meter onder je ligt de oceaan op de kust te beuken. In het binnenland merk je de nabijheid van de zee alleen op aan de droogliggende getijderivieren. (Een estuarium, zo heet de lange monding van zo’n rivier. Ik wist het nog vaag maar na dit weekend vergeet ik het niet meer). Op het puntje waar Fijke woont kun je altijd een wandeling uitzoeken die gunstig ligt op de wind. Ik vind het namelijk niet fijn constant op zo’n winderig strand te lopen, daar word ik onrustig van.
Op foto’s – enige afstand- zien al die stukjes kust er hetzelfde uit, net als Chinezen zullen we maar zeggen. Maar met een lokale gids als Fijke leer je genieten van de vele verschillen in vorm, begroeiing, golfslag, hoogte, diepte, strandvorming en gesteentes. Zo te wandelen is een van de mooiste bezigheden die ik ken. Opgaan in het landschap.

10.9.06

Weightloss Weekend


Na een vliegreisje van een dik uur, wat wachten en een treinreis van meer dan vier uur, wachtte Fijke me op in Penzance. Ik werd onmiddellijk naar Prussia Cove vervoerd en moest de nieuwe wandelschoenen al aantrekken voor een eerste proeve van bekwaamheid. Zonder stevige maaltijd een uur lopen met Fijke en Enzo, een hond waarvan je alleen maar kan gaan houden. Om half tien Engelse tijd een bescheiden stoofpotje. De volgende ochtend na paniek over mijn niet te vinden digitale camera naar Lamorna Cove. Een rustig begin tussen de Cornisch walls en dan anderhalf uur op en neer over het fraaie South West Coast Path. Lunchje thuis met fruitsalade en een omeletje. De zweep er over moet Fijke gedacht hebben. Vanuit het idyllische Zennor naar de noordkust van de zuidpunt, een stuk coastpath dat een beroep doet op alle spiergroepen. Onderweg een banaantje en 1 gemberkoekje. Oh en wat water. Inmiddels al meer dan 5 uur gelopen die dag en vermoeid wordt de tocht door het 2 mijl metende weilandpad besloten. Zakje chips, pintje Lager.
We beroven de Tesco van zijn lamsvlees en maken een gezellig maaltje. Ik wring mijn overhemd en sokken uit, de eerste kilo is er af. Zondags, na een fruitsalade en broodje met zalm en scrambled egg, lopen in Manaccan, weer een stukje Coastpath, dan naar Helford. Zweet gutst uit alle poriën, ik loop er belachelijk bij. Een banaan en een boterhammetje. Alles doet me zeer. Fijke brengt me veilig terug naar haar huisje.Voordat we uit gaan eten in Portleven, een romantisch havenstadje, stap ik nog een keer op de weegschaal van Fijke. I love Cornwall.

8.9.06

Zweethutjemutje















Het seizoen is weer begonnen. Bij de bushalte op het Utrechtse Hoog Catherijne staan hordes studenten te drommen voor bus 11, de lijn die ik ook het vaakst neem naar de Maliesingel. Ze volgen nog braaf de eerste colleges, hebben nog geen weet van de zinloosheid van het met 500 man luisteren naar een murmelende professor onderin. Ze komen nog van hun thuis omdat ze nog niet zeker weten of ze wel op kamers gaan wonen. In de komende twee maanden zie je hun getal weer aanzienlijk dalen.
Niet alleen de bussen zijn bomvol ook de trein heeft te lijden onder het begin van het eerste werktrimester. Als laatkomer sta ik van Utrecht tot Amersfoort heftig transpirerend op een tussenbalkon tussen tien medereizigers geklemd. In een sauna kun je je tenminste nog uitkleden. Niets contrasteert zo heftig met de rustige vakantie als het forensengedoe in de mij ter beschikking staande openbaar vervoermiddelen.
De enige oplossing is dat ik eens moet gaan verkassen, van werk of van woning. Het begin van het seizoen nodigt uit tot het maken van stevige keuzes. Of moet ik even maar even wachten tot de eerstejaars zijn weggeebd?