28.2.07

The Queen


De film en de rol van Helen Mirren is al voldoende besproken. Op het edelhert na een erg fijne film. Genieten op zondagnamiddag in het Filmhuis. Ik ben een fan van Frears. My beautiful laundrette, Liasons Dangereuses, High Fidelity en nu dus the Queen. Hij laat zijn acteurs echt tot leven komen. Malkovich en Pfeiffer in de Liasons, Cussack en Iben Hjelje in High Fidelity en nu Mirren in the Queen. Aardig in de film is het schoothondjesgedrag van Blair, zowel voor zijn vrouw als voor de koningin. En zijn drang toch graag aardig gevonden te willen worden door de hoogste klasse. Philip wordt afgeschilderd als een volstrekt wereldvreemde echtgenoot die echter ware woorden spreekt over de belachelijke hysterie na de dood van Diana. Kortom het was weer eens fijn om in de bios te zijn.

27.2.07

Tropische verassing


Annemarie had een lovende recensie gelezen van een kindertentoonstelling in het Tropenmuseum. We benutten met haar en Meera het staartje van de voorjaarsvakantie om naar de Bombay-tour te gaan. We waren er vroeg en hadden alle tijd onze koloniale geschiedenis intensief op ons ta laten inwerken. Ons Indie, Suriname, de Papoea's, en niet te vergeten onze slavenhandel tot ver in de 19e eeuw toen iedereen er al mee opgehouden was. Een mooi museum waar je met een dubbel gevoel (een rotbegrip eigenlijk) in rondloopt omdat de meeste spullen die er staan eigenlijk bijelkaar gejat zijn. Er zijn geen erven Noekoem'de Bda die als die van de Goudstikkers acteren. Natuurlijk is het nu in een verantwoord perspectief geplaatst maar toch blijft het niet helemaal goed aanvoelen. De kinderen mochten vanaf drie uur ronddolen in een namaak Bombay-wijkje. Echt heel mooi en bijzonder gemaakt maar zonder de rottende lucht van ginds en hier louter bevolkt door blanke kinderen van zeer welgestelde ouders. We hoeven gelukkig niet op pad naar de Derde Wereld want die komt naar je toe... in het Tropenmuseum. De Tour kan nog een hele tijd gemaakt worden. Reserveren is nodig en ondanks alles is het een aanrader.

24.2.07

Edel handwerk


Met extra belangstelling en heus gevoelde spanning gekeken naar de bordesscene van het nieuwe kabinet en de tv-programma’s verder op de dag. Opvallend op de foto voor het paleis zijn de vele gevouwen handen ter hoogte van het kruis. Staat het muurtje wel op negen meter? Waarschijnlijk is het een diepe oerbehoefte van de mens om de edele delen te beschermen, al was het me bij vrouwen nooit eerder opgevallen. Voordat de bewindslieden worden ingesnoerd door voorlichters komen ze nog wat onwennig uit de hoek. Ons Camiel had ’s morgens voor de microfoon laten weten dat hij het “knetterspannend” vond en dat hij zeker wist dat’ie het “retedruk” zou krijgen. Naar ik aanneem doelde hij hiermee op het oneindige beroep dat op zijn zitvlees gedaan zal worden in de komende periode en niet op zijn aantrekkingskracht op de wegenbouwers, want zo heb ik die stoere jongens nooit ingeschat.
Ronald deed nog erg beweeglijk aan, zowel bij de majesteit als bij Pauw en Witteman. Als bewindspersoon heb je, naast lenigheid van geest, toch iets meer stijfheid nodig. Langzaam zullen de touwtjes van het corset worden aangetrokken. Het brengt me wel op meer begrip voor het beschermen van de schaamstreek met de gevouwen handen door menig minister. Decente stijfheid zullen we maar zeggen. Blijf alleen nog zitten met de vraag waarom ook de vrouwen het doen.
Ab kwam meteen rustig en bedaard over, het bewindsliedenpak zit hem als gegoten. En hij citeerde enkele dichtregels van Jacqueline van der Waals:"Door rustig te schijnen ben ik ook rustig geweest" (uit Verborgen Smart is halve smart). Zo hebben wij van de poezie dat graag, mits niet misbruikt en ook al is het zeker niet mijn gedicht. Zijn eerst wat stevige praat over een rookverbod in de horeca binnen 1 jaar nuanceerde hij na enig vuur aan de schenen in enkele latere bijzinnen onmiddellijk tot een “ambitie”. Een geboren politicus die het handwerk verstaat.

19.2.07

In de Arena

Ik hoorde Bart al heel vroeg bij ons in bed komen liggen en tegen Hetty praten. Over de roltrappen die veel mensen opslokten, het lawaai van het gefluit, de bewakers in hun gele jassen en de aanwezigheid van de ME. Hij was nog zo opgewonden over ons stadionbezoek van de vorige dag. We hadden in de Arena de wedstrijd Ajax- Excelsior bijgewoond. Dat Ajax voor het eerst in 24 jaar niet won van Excelsior was overigens niet onze verdienste noch schuld.
Chris die vanwege zijn zaak seizoenkaarten van Ajax heeft c.q. kan bemachtigen had het fijn geregeld. Ik wilde al langer een keer met de mannen naar een voetbalwedstrijd. Ik weet nog hoe imponerend ik het als kind vond om in zo’n stadion naar een wedstrijd te kijken. Dat ik heel mijn verdere leven nog hooguit 5 keer in een stadion ben geweest heeft er wellicht voor gerzorgd dat die weinige keren in mijn autobiografische geheugen zijn gegrift. Gelet op Bart’s reactie is dat effect ook bij hem bereikt.
Het viel William, die voor de logistiek en gezelligheid mee was, en mij op dat er zo’n negatieve sfeer hing in het stadion. De Ajax-aanhang maakte een verveelde indruk. Een hoop gekanker, nauwelijks aanmoedigingen, wel vaak fluitconcerten. Voor spelers die tegen de zin van hun supporters waren opgesteld, voor overtredingen van de tegenstanders en voor, in hun ogen verkeerde, beslissingen van de scheidsrechter. In het vuur van het spel mag af en toe best eens gescholden worden maar wanneer het enthousiaste aanmoedigen en juichen ontbreekt dan is er toch echt iets mis. Werk aan de winkel voor een minister van Jeugd en Sport, die moet er natuurlijk komen,want aan mijn jongens is gisteren het verkeerde voorbeeld gegeven.
Derk zei in de auto terug dat hij later het liefst ME-er zou willen worden. De idolen bevinden zich niet meer op maar rond het veld.

18.2.07

In de praktijk


Zo luidde de titel van een aardig, mooi slepend,lied van Roy Aernouts, de winnaar van het 29e Leids Cabaret Festival. “In de praktijk” moet dan wel op zijn Vlaams worden uitgesproken. Het lied ging over de marges tussen hooggestemde idealen en moraal en het leven in de (liefdes-)praktijk van alledag. De finaleavond was zwaar. Alle kandidaten hadden een vertellende, ingetogen stijl en dat hou je echt geen anderhalf uur vol, zeker niet als het warm en benauwd is in de Leidse Schouwburg. Te weinig ernergie en te weinig ruimte voor ontlading, het legde een matte deken over de avond. Dat het sprankelender kon had ik dinsdagavond nog gemerkt tijdens een voorronde.
In de praktijk komt het festival voor mij neer op een jaarlijks uitje in mijn eentje, althans zonder vrouw en kinderen. Die ruil ik in voor Harry met jonge jenever en biertjes ter voorbereiding op voedzame maaltijden in schaars verlichte cafe-restaurants waar wij de wereld, de kunsten, onze strevingen en tekortkomingen vloeiend bespreken alsof we elkaar gisteren voor het laatst hebben gezien. De aangename vertrouwdheid der vriendschap tegen het ons zo dierbare Leidse decor.
Bovendien had de door Kees meegetroonde oude schoolvriendin nog onlangs als zuster onder onze Mark van der H. gewerkt, hetgeen, vanwege van der H’s betrokkenheid bij het festival in de oertijd, een ongekende toevalligheid was aangezien we op Van der H kwamen wegens de naam van zijn vrouw en die van Harry’s zus. En we hebben hem al in geen twintig jaar gezien en nu dan die virtuele ontmoeting via via. Maar dat terzijde.
In de praktijk wordt het altijd te laat op het festival. Ze snuiven geen coke die cabaretiers en hun groupies en coterietjes, maar ze drinken en roken bovenmatig. En ja ik kan op mijn leeftijd toch moeilijk achterblijven.

13.2.07

Roeping


Het event van de week is uiteraard de voordracht van Ronald als minister van OC&W. Het gebeurt je niet iedere dag zullen we maar zeggen. Hij ruilt zijn wetenschappelijke topbaan en dito aspiraties in voor een politiek-bestuurlijke functie. Een moeilijke afweging, zeker wanneer je daarin betrekt dat een politieke baan heel wat onzekerder is dan de beschutte wetenschapssfeer. Met een beetje geluk was’ie wellicht ooit in de buurt gekomen van een Nobelprijs of in ieder geval tot nog vele indrukwekkende wetenschappelijke vondsten. De marges van de politiek zijn beduidend smaller en het is in belangrijke mate moeizaam laveren in een wereld van gevestigde belangen. Wat het toetreden tot het politieke bedrijf betreft pas hij wel in de geest van het kabinet, want ik meen dat hij het doet uit “roeping”. Natuurlijk speelt ijdelheid een rol, bij wie niet zou ik denken, en de beleving van het kunnen uitoefenen van een zekere macht. Belangrijker is dat hij vanuit het sociaal-democratische gedachtegoed graag invloed wil uitoefenen op het landsbestuur. Dat bleek al uit zijn columns en zijn betrokkenheid bij de PvdA.
Ik denk dat het prettig voor het land is dat verlichte, erudiete, en zeer intelligente mensen zich beschikbaar stellen voor de politiek. Dat verhoogt de status en het aanzien van de overheid en de politiek waarvan maar al te vaak de zwakke en foute kanten worden belicht. Alleen al vanuit dat oogpunt is zijn keuze een goede. Natuurlijk ook, zoals ik al eens zei tegen een interviewer van de Intermediair, omdat ik nu een minister als vriend heb. Daar kun je mee aankomen op een verjaarspartijtje. Overigens schept die combinatie van vriendschap en zijn publieke functie, zo zie ik het tenminste, enige verplichtingen aan mijn kant. En dat betekent dat je er weinig over zult lezen op deze weblog.

11.2.07

VUsion


Wouter Bos kwam vrijdag in een interview in de Volkskrant op meerdere punten aardig uit de hoek. In de eerste plaats maakte hij publicitair de weg vrij om weer een stropdas te gaan dragen. In de tweede plaats antwoordde hij handig op de vraag of hij nu ook zelf leiding zou moeten geven aan het snijden in het ambtenarenappraat op zijn toekomstige ministerie. “Wellicht” was zijn ultra-korte reactie. In de derde plaats nam hij de verkiezingsnederlaag eindelijk eens op als ook een falen van zichzelf hetgeen bij hem tot extra strijdlust had geleid. Ten vierde pareerde hij de kritiek op de algemene teneur van het nieuwe beleid dat spruitjeslucht zou ademen met de opmerking dat je spruitjes ook pittig kunt wokken. Kortom, hij maakt een vitale indruk.
Het regeerakkoord lezend ben ik het met de libertaire critici, waaronder tal van redacteuren van de NRC, niet zo eens dat het een terugverlangen naar de jaren vijftig behelst. Ik zie in het akkoord meer een mengeling van Calvijn, het arbeidsethos staat hoog in het vaandel, en van Cohens leitmotiv, de boel bij elkaar houden. Ik had het motto zelf kunnen verzinnen. Geen bevolkingsgroepen tegen elkaar uitspelen, de scherpe kantjes van de markteconomie dempen, en een offensief om achterstandswijken uit het slop te halen. We hoeven niet iedere zondag kerk noch koopgoot in.
Aandacht voor sociale verbanden is geen monopolie van de normen- en waardenleer van de christenen maar vormt ook een rode draad in het denken van de sociaal-democratie al was het daar meer gericht op de buurt dan op het gezin en de wat vage notie van solidariteit..
Vadertje Drees was populair omdat hij in feite de belichaming was van wat de bevolking van de overheid wil. Zijn aanduiding valt samen met die van Vadertje Staat. Zorg en een licht paternalisme, betutteling is er een ander woord voor, vinden we, mits prudent toegepast helemaal niet zo erg, De christelijk-sociale maizena als bindmiddel voor onze verweesde samenleving (Pim leeft voort). We moesten er maar eens, al vrees ik voor mijn ambtelijke job, op inzetten: zusammen.
(PS na het schrijven van dit blogje las ik de column van Bert Wagendorp in de Volkskrant en het lijkt enigszins op mijn waarnemingen)
(PS2 De vorige regering had mijn Transitbusje reeds in een veel zwaarder belastingtarief gemanouvreerd maar nu vrees ik zowel voor extra kosten van een roetfilter en als hogere accijns op de diesel. Hoe de keuze voor zo’n doelmatig en sober vervoermiddel toch kan verkeren!)

10.2.07

Talking Suite


Stefan hield op mijn verjaarsfeestje, als nazaat van een van mijn typetjes, een toespraak over mijn gemiste kansen. Net niet de goede rechtenstudie, net niet de goeie vrindjes, geen meisje van stand getrouwd en te weinig oog voor de uitgeversbelangen. De lengte van de voordracht, het luistert nauw in het leven, deed ietsje afbreuk aan het effect van de leuke tekst.
Ter voorbereiding van een bijeenkomst van IT-top van onze rechtspraak had Stefan een notitie van twee A-viertjes vervaardigd. Onze taakverdeling is zodanig dat ik bij die bijeenkomsten zit en niet Stefan. De notitie vormde de leidraad van het betoog dat collega Marcel hield over het mogelijke nut van de inzet van een suite, in ons jargon een samenstel van softwareprodukten dat beoogt een veelheid aan functies te kunnen ondersteunen, ten behoeve van de ontwikkeling van programmatuur voor de rechtspraak. De voorzitter wist de notitie te ontfutselen aan de secretaris en droeg er uit voor om het uiteindelijke besluit te formuleren. Marcel gaf openlijk de credits aan Stefan. De lengte van het stuk deed afbreuk aan de complexiteit van het keuzevraagstuk waarvoor we ons gesteld zagen, maar het effect was optimaal. Over nauw luisteren gesproken.

4.2.07

In-druk-wekkend


Mart is van de boeken en de bladen. Leuk dat digitale gedoe maar er gaat niets boven een fijne foliouitgave, zo moet hij samen met Margreet gedacht hebben. Hij zette zijn relaties en talenten in om Coef’s Magazine te maken. Margreet en Hetty schreven teksten, verzamelden kopij en foto’s en zo maakten ze met z’n allen een fraai tijdschrift waarin zeer uiteenlopende familieleden en vrienden hun bijdrage leverden.Van zoveel werk en aandacht ten behoeve van mijn verjaren ben ik nog steeds beduusd.

3.2.07

Shoot in de roos

Het echte emo-moment speelde zich zaterdagochtend af. Vrijdag had ik al een fraaie karikatuurtekening van mezelf, van Hetty en de kinderen gekregen. Nu gingen ze er overheen met een prachtige studio-zwart-wit-foto waarop Coos, Derk en Bart geportretteerd zijn. Van dat plaatje schoot ik al vol en verspeelde zo mijn kruit voor een serie van drie afzonderlijke portretten tegen een rode achtergrond. Hetty verzuchtte even dat het aanzienlijk goedkoper had gekund nu het effect al met de eerste foto was bereikt. Maar het rijtje is volumineuzer aan de wand dan het groepsportret. Het hangt reeds te pronk in mijn Utrechtse werkkamer. De kinderen staan er mooier op dan ze op het eerste gezicht zijn. Dat moet ook voor een foto omdat een dode momentopname zo de schoonheid en liefde representeert die ze in al hun dagelijkse levendigheid, in hun vierdimensionale “zijn” zullen we maar zeggen, aan je ontvouwen. Poseren heeft dus een duidelijke functie. Het leidde er in ieder geval toe dat ik mezelf een poosje géén houding wist te geven.
(dit soort hoeksteenplaatjes zouden goed passen als illustratie bij het nieuwe regeerakkoord )

Verguld (3)

Op de laatste avond kwam de stemming er goed in toen een lied werd aangeheven waarin de gasten waren verdeeld in twee kampen: die van onder en die van boven de vijftig. Jan van Aleid bracht even later een mooie Cornelis Vreeswijk-imitatie ten gehore.
Marc, onder gitaarbegeleiding van Virga, had een gevoelige tekst op “Wat ik nooit zou willen missen, dat is vissen” gemaakt, geheel gewijd aan het Klaverjassen. Ronald vertoonde oude plaatjes van onze Leidse bestuurstijd en Sicco bracht vervolgens zijn vriendschap onder woorden. Hij had in zijn hele leven nog niemand gezien die zo wit was als ik. En dat we zo weinig spraken tijdens onze lange wandeltochten. Van Ronald moest ik mijn boerse pet afzetten en ik kreeg van de vriendenclub een Borsalino onder het motto “van platteland naar flamboyant”.
Fijke was, geheel als verrassing, helemaal uit Engeland gekomen voor het feestje. Gekker kon het niet. Jan Kroon bestierde de bar, later samen met de kleine Emma, als een volleerde waard. Tijdens zijn nakende pensioen kan hij wellicht Cafe de Grijze Duif gaan exploiteren. En Klaske, Ineke en Hanneke zag ik met helpende handen in de keuken. Babs zette zich meerdere avonden op alle fronten in. Er werd gezongen, er werd geswingt, er werd veel gekletst. Ik was in mijn element achter mijn I-Tunes-jukebox.
Een feest om van te dromen, omgeven door geliefden, vrienden, familie. Ik had niet mooier 50 kunnen worden. Een drie dagen durende open-hartoperatie.

2.2.07

Verguld (2)

De collega’s hadden het morbide idee opgevat om mij met grafredes te overladen. Opdat ik het allemaal gewoon kon meemaken. Sonja en Michelle beenden hier buiten want ze vonden dat te rouwig aandoen. Oppie- die er niet bij was – is de architect van de (voorlopig)afgebeelde zerk. Alle toespraakjes waren op hun manier bijzonder. Ieder liet zich zelf zien en horen. De rode draad door alle loftuitingen en kritische kantekeningen was wel mijn vele en vooral harde lachen. Er was acteertalent. Maaike liet haar geexalteerde alter ego spreken. Stefan probeerde het, kort van stof zoals altijd, zo bekakt mogelijk als zeer welsprekende nazaat van Duvekot de Vries. Samira toverde met groots gemak het gebrekkig Nederlands tevoorschijn van een Marrokaanse die net uit het RIF-gebergte is ingehuwelijkd. “Jan, isj moeilijk. Vragen naar man en kind, isj goed.” En er waren er die spraken zoals ze zijn. Bijna een half uur duurde de gave voorstelling en alle bijdragen zijn als een trein voorbijgeraast. Leuke woorden, mooie woorden vanuit de Utrechtse thuishaven, collega’s om te zoenen. Over de levenden niets dan goeds.

Buurtcafe

Theo had een avondje gesponst en van diverse buren “input” gekregen voor een lied. De kunst is dan nog wel om van die input een fraai lopend vers te maken. En die kunst verstaat hij. De klanken werden weggespoeld met Amaretto en daarna ging het loos met foute Nederlandstalige cafemuziek. Het werd een fuif. De altijd wat stijfjes ogende buurtgenoten gooiden remmen los en beentjes de lucht in. Ik vrees dat Buurvrouw Nuessink die op haar leeftijd, ze is ver in de tachtig, niet aanwezig kon zijn, de slaap lange tijd niet heeft kunnen vatten. Om twaalf uur klonk het “lang zal ze leven” aangezien ik toen formeel de vijftig jarige leeftijd bereikte. Inmiddels al het stadium van roes, flow heet dat tegenwoordig, bereikt. Een stadium dat nog enige tijd zou aanhouden. Ik voelde mij waarlijk een vrolijk vergulde Abraham.
Het Kroegformat had zijn dienst inmiddels al ruim bewezen.

1.2.07

Verguld (1)

Donderdag kwamen de oude buurmeiden uit Goor, nu verspreid over gans het land, met hun partners, mijn enkele neven en nichten, zowaar de 86-jarige Tante Martha en natuurlijk Wolter en Klaske en de kinderen. Ik had een stapel fotoalbums, erfgoed van mijn ouders, op het podium klaargelegd en dat bleek een prima bron van vermaak. De kinderen vervulden hun barkeeperrol met glans. Er heerste een gemoedelijke en zeer genoegelijke sfeer waarin we op allerlei fronten bijkletsten.
Van de meiden Assink, Astrid moest verstek laten gaan omdat haar man de dag tevoren zijn arm had gebroken, kreeg ik drie nostalgische pentekeningen van uit Goor verdwenen bouwsels die ik van nabij heb gekend. Het achter onze tuin gelegen oude witte postkantoor waarin het loket eerder angst inboezemde dan dienstverlening uitstraalde, mijn oude lagere Malbergschool waarin ik samen met Ansje aan de schoolbel mocht trekken en de houten tribune op het GFC-veld waarvan de daaronder gelegen Spartaanse kleedkamers mij nog goed voor de geest staan. De vloekende stem van Betsie de Jong, het Eerste van GFC schaamteloos aanmoedigend, galmt mij nog in de oren.
Even nadat hij was vertrokken kwam aangetrouwde (te onderscheiden van de gewone) neef Gerrit wit weggetrokken terug. Op de parkeerplaats van het Worpplantsoen was het zijraam van zijn Nissan ingeslagen en het dashboard vernield. Een kwartiertje later kwam nicht Ineke, de echtgenote, ook binnen, die, gierend om Gerrits ontdaanheid, beduidend minder zwaar tilde aan het voorval. “Da kriej noe met zonne patserwaag’n”, kraaide ze het uit. Pas rond enen arriveerde de politie met snuffelhond en kon de avond worden afgesloten voor de achtergebleven, enigszins van sensatie houdende, familieleden. Het besluit van een gedenkwaardige eerste feestavond voor mijn 50e verjaardag.