9.6.06

Zon in het water


Vrolijk fietsend op een mooie zonnige ochtend, warm maar met een frisse ondertoon, op weg naar mijn zwembaantje, drong zich een gevoel aan mij op dat ik regelmatig heb. Het beschrijven er van, Tolstoj zei het mooier, is snel oubollig: Weelde. Nooit armoede of gebrek gekend, wat kleine lichamelijke en geestelijke ongemakken gehad maar protoype van de gezonde hollandse jongen, een leuke baan die goed verdient , een lieve vrouw en kinderen in een harmonieus gezin, mooi huis, de kans om prachtige voorstellingen te zien en mooie boeken te lezen. Weelde en overvloed. Geen oorlog, geen ellende.Wanneer je zoveel geluk toevalt resteert bijna alleen nog de angst hoe lang zoiets kan duren. Komen na de vette ook de magere jaren?
Genieten van het moment, van het hier en nu, van alles wat zich op een zonnige ochtend aan je opdringt. Dat lukt me redelijk goed.
Ben ik nu een kind van een slappe generatie dat straks bij het eerste zuchtje tegenwind omver geblazen wordt of heb ik in al die rijke jaren genoeg reserve opgebouwd om tegen een stootje te kunnen? Ik denk dat aanpassingsvermogen meer een karaktertrek is dan de resultante van voorafgaande oefening of de aanwezigheid van een buffer. Het verkrijgen van die buffer heeft tot op heden weinig moeite gekost. Dus dat is in ieder geval mooi meegenomen. Het oefenen met tegenslag stel ik liever nog wat uit. Pas daarna kan ik over mijn karakter berichten.

Geen opmerkingen: