30.11.06

Heden verschenen

Morales, de Jan Marijnissen van Bolivia, maar dan wel President aldaar, bij ons op staatsbezoek, moest maandag eerder terug naar zijn land omdat er een conflict opgelost moest worden met grootgrondbezitters. Dit jaar nationaliseerde hij de olie- en gaswinning in zijn land. Toch bezocht hij vrolijk het hoofdkantoor van Shell in Den Haag, waar hij door baas van der Veer met alle egards werd ontvangen. Dat vind ik mooi om te zien: niet van die millimeterpolitiek.
Terwijl Morales terugvloog naar de opstandige grootgrondbezitters in Bolivia bereidden Hetty en ik ons grondbezit uit met wel 45 vierkante meter. Bij notaris Sijbe Kuipers werd de leveringsakte gepasseerd voor onze voortuin, die we tot nu toe huurden van de gemeente Deventer. Alle anderen buren hadden hun tuintje al jaren geleden gekocht maar ik vond het wel aardig zo’ huurcontract voor 60 euro per jaar. Om de totale waarde van het bezit op te krikken kozen we uiteindelijk toch maar voor koop.
Ik moet bij zo’n notaris altijd een beetje wijsneuzen. Ik wees hem op de gedoogplicht in art.9 waarin we moeten dulden dat openbare nutsdiensten van de Gemeente en openbare nutsbedrijven belast met water, gas etc. kabels en buizen in of onder ons perceeltje mogen aanleggen. Hoe zit het met deze plicht wanneer deze bedrijven niet meer “openbaar” zijn maar zijn geprivatiseerd. Moet ik hun gewroet in mijn grond dan laten welgevallen, zo vroeg ik aan de vrolijke notaris. Kuipers vond het een interessante vraag doch moest het antwoord schuldig blijven. Wellicht vloeit er voor hem een spannend artikeltje in WPNR uit voort. Hernationaliseren die nutsbedrijven, zou ik zeggen. Ik zie met genoegen straks 5 beambten om die ene gravende collega in onze bloedeigen tuin staan. Morales is hier niet dan voor niets geweest.

23.11.06

Uit spuit


Na een genoeglijke receptie werd Sander, de vertrekkende beroepskracht bij Theater Bouwkunde, uitgegeten bij Restaurant Roetertshof in Diepenveen. Bert Roetert, de eigenaar, is lid van de broederschap van de gouden sabel, een gezelschap dat in de Napoleontische traditie Champagneflessen onthoofdt met een sabel. Op het filmpje bent u getuige van het koppensnellen van Bert aan het begin van ons bezoek.
De wijze van openen had gelukkig niets te maken met het vertrek van Sander. Hij heeft zes jaar trouwe dienst achter de rug. Hij hield een zeer geemotioneerde afscheidsspeech waarin hij moest bekennen toch een beetje onderdeel van de familie te zijn geworden. Wij constateerden dat hij in de afgelopen jaren aanzienlijk was gegroeid in zijn werk en zijn zelfstandigheid. Hij heeft nu een nieuwe weg gekozen en volgt een regieopleiding in Tilburg. Bouwkunde zal hem missen.

21.11.06

M/V

Linda de Mol heeft, samen met Beau, een nieuw TV-programma waarin de verschillen tussen de seksen centraal staan. Zo was er vorige week een “vingermeter” die aan het verschil in lengte tussen de ring- en wijsvinger kon aangeven of je een”echte man” bent, over veel testosteron beschikt en dus goede sportprestaties kunt leveren. Dat het om de lengte van de penis gaat is blijkbaar uit de tijd. Jarenlang voor niks met gewichtjes gelopen. Dus nu maar met de vingers langs de meetlat. Het verschil in lengte viel nauwelijks te meten, dus heb ik snel de man-vrouwtest op Linda’s website gedaan. Gelukkig ben ik voor 66,7 % man, aldus de uitkomst van deze test.. Bij die uitkomst gaf men mij ook een typering. Ik ben achtereenvolgens: poeet, rebel en leider.
Van mijn vrouwelijkheid gaf ik reeds op jeugdige leeftijd blijk. Op de foto (links), in de winkel van Ma, ga ik, pakweg 14 jaar oud, als vrouw gekleed de oudejaarsnacht in. Op de recente foto er naast zie je zoon Bart met pruik en jurk: een door hem zelf gewenste tijdelijke verbouwing.
Je hoort wel eens zeggen dat het veel en vaak als vrouw verkleden, van mannen dan, een teken is van homoseksuele geaardheid. Ik haast mij, wetende dat deze haast juist een verdenking in die richting zou kunnen versterken, te zeggen dat ik mij slechts drie keer in mijn leven in vrouwenkleren heb gehesen en dat het voor Bart nu de eerste keer is. (Dan tel ik het aantal malen Sinterklaasjurk niet mee. Want zo’n roomse heilige heeft helemaal niets met homoseksualiteit te maken. Toch?)

18.11.06

Uit het midden, in het oosten

Bistro staat voluit voor “bureau internet-systemen en toepassingen rechterlijke organisatie”. Stefan en ik vormen de directie van het bureau. We waren een dagje op de hei, in Hoog Holten, om ons te beraden over toekomst en visie. Nu is onze toekomst sterk afhankelijk van onze omgeving: onze bazen in Den Haag en onze klanten in het land. De bazen willen de IT-ontwikkeling in de rechtspraak concentreren bij onze Grote Broer, de beheerorganisatie van alle automatiseringsspullen in de rechtspraak. We mogen zeker blijven maar op een nogal beperkt afgebakend domein, in hun ogen toch iets meer speeltuin. Onze klanten roemen onze hulpvaardigheid en de snelheid waarmee we tal van handige toepassingen maken. Van hen moeten we het overzichtelijk en resultaatgericht houden. Niet zo’n bureaucratische hut worden als onze grote broer. Daar komt bij dat we onze pioniersfase langzamerhand ontgroeien en dus wel iets meer moeten structureren dan in het verleden. Kortom, genoeg stof om in Hoog Holten over van gedachten te wisselen.
Aanvankelijk hebben we als Bistro positie gekozen als kleinblijver. Maar ja, niet alles is in goede handen bij Grote Broer slokop. Daarom hadden we een derde club voorgesteld die enkele nieuwe wat meer grootschalige projecten zou gaan doen. Sjaak benoemde dit als voorstel voor een “vreedzame coexistentie”. Onlangs werd dit streven doorbroken. De Haagse leiding liet een voorkeur blijken voor een meer gestroomlijnde inrichting en Grote Broer hapte (iets te) gretig toe. En schond daarmee het bestand dat in onze ogen met de “vreedzame coexistentie” was bereikt. Uitkomst van onze wandeling over de Sallandse Heuvelrug is dat we een nieuwe gebiedsverdeling gaan voorstellen. Geen gedemilitariseerde zone waarin een derde partij de scepter zwaait, maar verkaveling van het nieuwe terrein, waarbij wij een bescheiden doch belangrijk stuk van de koek gaan opeisen. Mocht Den Haag wat voelen voor deze “roadmap” dan zullen we onze “competence” aardig moeten “stretchen” . De Holterberg vormde daartoe een goede opmaat. Het wordt spannend de komende weken.
(Reuzespannend moest ik eigenlijk schrijven want het plaatje schetst het beeld van reuzen die de Holterberg aanleggen, want dat geloofde men vroeger)

17.11.06

Ethnocentrische keuze


Vorige en deze week voerden we selectiegesprekken met sollicitanten op de functie van medewerker bedrijfsvoering bij Theater Bouwkunde. De nieuwe kracht moet Sander gaan opvolgen die ons na meer dan 5 jaar gaat verlaten om een regie-opleiding te gaan volgen. Uit de kleine 30 aanmeldingen hadden we er 7 op gesprek uitgenodigd. De eerste ronde gaf geen uitsluitsel en Heleen en ik spraken nogmaals, nu in aanwezigheid van Pieter, met enkele kandidaten. Bijzonder was de verscheidenheid aan mensen die we langs kregen. Velen maakten een gekwalificeerde indruk. Na de eerste ronde was ik gecharmeerd van een wat oudere kandidaat, iemand die ook al richting de 50 gaat, met een onmiskenbaar Twents accent en een vriendelijke nuchterheid die de echte Tukker zo kenmerkt. Ik was bevreesd voor het feit dat ik hem positief beoordeelde vanwege zijn afkomst. In de tweede ronde zou hij wel door de mand vallen. Hij gaf echter blijk van geschiktheid voor de baan en ook Pieter en Heleen vonden hem goed. Zo gaven we, na een ingewikkeld en moeilijk afwegingsproces de voorkeur aan Bert. In de praktijk zal moeten blijken of het vooroordeel wordt bevestigd.
(Bij het zoeken naar een plaatje stiet ik op een tekening van een "Tukker", de benaming voor een vogeltje dat ook bekend staat als de "Kneuter". Vorig jaar gaf ik de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak ter gelegenheid van de opening van hun nieuwe pand aan de Kneuterdijk een boekje cadeau: "de dichter en het kneuterke". Jammer dat ik toen nog niet wist dat de Kneuter ook als Tukker bekend staat, dan had het geschenkje ook nog een persoonlijke "touch" gekend)

16.11.06

Niet mijn broer

‘t Is niet mijn broer maar wel een zoon van zijn vader. Om Snip en Snap maar eens te parafraseren. Iedereen zegt altijd dat mijn broer en ik zo weinig op elkaar lijken. Dat betreft onze persoonlijkheid, hij is geduldig, ingetogen en introvert, en zeker ook ons uiterlijk. Maar we zijn onmiskenbaar uit hetzelfde genetische materiaal opgebouwd. Het portret van zijn zoon Folker kan gemakkelijk worden verwisseld met een portret van mij op wat jongere leeftijd. De pregnante neus, de jukbeenderen en wenkbrauwlijn. Onze verwantschap was opgeborgen in Wolter’s zaad en toont zich in de schaduwen van de foto van Folker.

14.11.06

Plus-minpuntje


In een onlangs in NRC-magazine verschenen portret van Wouter Bos kwam ik een nieuwe term tegen, namelijk het al dan niet hebben van likeable flaw. “Kleine tekortkoming die je aantrekkelijk maakt”, is de wat lange vertaling van dit begrip. De scheefzittende en te grote pakken van Joop den Uyl, de overdadige baardgroei van Ruud Lubbers, het dikkejongetjesvoorkomen van Wiegel. Kortom een eigenschap die je menselijk maakt. Wouter Bos, zo werd door een marketingjongen in dat artikel gezegd, beschikt niet over zo’n tekortkoming: hij is te plastic, te keurig en te gecontroleerd. Het gebrek aan likeable flaw kost hem stemmen.

Bos schopte dit weekend om zich heen. Hij werd gedemoniseerd (of iets dergelijks dat we al vaker uit verdachtere kelen hebben gehoord): er werd volgens hem louter op de persoon gespeeld en niet over de inhoud gesproken. Ik vrees dat dit het effect is van de eigen campagne van de PvdA die vanaf het begin gemikt heeft op de vraag wie premier zou moeten worden. Een campagne die het persoonlijke leiderschapselement zo krachtig heeft ingebracht in de verkiezingsstrijd. Nu de Zeeuwse Zedenpreker populairder lijkt te worden (zie mijn profetische blog van april ) dan Bos gaat het roer nogal opportunistisch om. Draaien mag je het niet noemen. Probleem daarbij is dat de PvdA een onvoldoende heldere agenda heeft voor de komende vier jaar. Het partijprogramma is niet alleen te dik ( maar bevat onvoldoende in het oog springende punten waarmee kiezers over de streep getrokken kunnen worden. De inhoudelijke kaart spelen zal dan ook niet zoveel stemmen opleveren.
Nu Bos onder druk komt te staan en om zich heen gaat trappen begint hij meer menselijke trekken te krijgen. Martin Bril werd vandaag meteen enthousiast. Ik denk dat het daadwerkelijk tonen van “de-kat-in-het-nauw ” wel eens de likeable flaw van Bos zou kunnen worden.

De verkiezingsstrijd gaat daarmee een nieuwe fase in. Over inhoud gaat het dan nog steeds niet, althans slechts in afgeleide zin, want uit onderzoek is immers reeds gebleken dat de standpunten van de PvdA over AOW en hypotheekrenteaftrek door een meerderheid van de kiezers redelijk wordt gevonden. Om de inhoud alleen kiezen de meeste mensen niet voor Wouter Bos. Ze willen op een menselijke leider stemmen aan wie ze het besturen een tijdje kunnen toevertrouwen. Daarvoor heb je tegenwoordig een zichtbare tekortkoming nodig.

13.11.06

Buiten op het boekje


Culinaire fotografen moeten ook eten. Jan Bartelsman heeft een concept bedacht waarbij hij per provincie een boekje samenstelt met recepten van pakweg 30 goede restaurants. De deelnemende restaurants moeten natuurlijk iets betalen, een recept leveren en krijgen daarvoor een flinke doos met boekjes. Op de voorkant prijkt de foto van de uitbaters van het betreffende restaurant. Zo deden Pieter en Heleen ook mee en zie hier een afbeelding, niet van de moeilijk te scannen voorzijde, maar van van hun kazen in “Eten in Drente, Overijssel en Flevoland". Pieter vertelde dat het zoontje van de fotograaf de fotoos had bijgeknipt en opgeplakt op de voorkant en op die manier werd de “gepersonaliseerde” versie van het boekje geproduceerd.
Vorig jaar verworf het restaurant een plekje in het tijdschrift Lekker. Dit jaar is die prestatie gecontinueerd en figureren nog steeds de Baambrugse big en de kaastrolley in de beschrijving van de culinaire geneugten die de Lekkerjournalist heeft ondergaan. Heleen heeft zich eindelijk fatsoenlijk gedragen.
Een beetje kijk in de keuken – het is heel hard werken geblazen- heeft mij er van overtuigd dat dat een fraaie prestatie is. Restaurant Bouwkunde is een serieuze zaak geworden. Gelikt in boek en blad.

5.11.06

Ghosttown

Acht jaar geleden, in de ochtend van de 5e november, overleed mijn moeder. Ik nam hegge- en tuinschaar mee om het buxushaagje dat het graf van mijn zusje en de bijgezette urn van Ma omzoomd bij te knippen. De lauwe grauwe zondag schiep een passend decor voor de onderhoudswerkzaamheden. Vlak bij dit graf is een urnenveldje en Hetty en ik maakten een korte tour langs de naamplaten. Opvallend veel generatiegenoten van mijn ouders. Ja, je kent in een dorp nu eenmaal veel mensen.
Ten Harkel de blozende garagehouder. Bokhove, de kantoorboekhandelaar en drukker, met zijn lange gezicht, zijn onduidelijke mompelen, zijn opgeschoren kapsel. En Arie Schaafstra, de juwelier van tegenover ons, die in zijn zachte winkel met vitrines je horloge met zoveel zorg in zijn goed gemanicuurde handen bewoog. Of Gerrit Wissink, de flamboyante huisschildersbaas met zijn altijd zeer modern geklede vrouw tussen de rijen Flexa. Hun namen op de uit grinttegel opgetrokken urnenzuiltjes. Beelden van de Goorse middenstand van pakweg veertig jaar gelden herleven, zo maar op een begraafplaats. Ze weerspiegelen de kleine gemeenschap waarin ik opgroeide. Wat jammer dat hun bescheiden zestiger jaren neonreclames, de krullende letters van hun middenstandsnamen, niet op dit kerkhof op een wand zijn gemonteerd en mij toeschitteren: pastel groen, roze, fel rood. Ik hoor het tikken van de tientallen klokken in de zaak van Schaafstra, ruik de drukinkt van Bokhove, de terpentine bij Wissink, en voel het fluweel in de koffer van de vertegenwoordiger in kopjes en schotels die bij ons loom zijn waren aanprees. De namen. Hun geesten leven voort. Ik heb een dorp in mijn hoofd.

4.11.06

Blik verruimen

Dokters, advocaten, architecten, ja de meeste universitair geschoolde beroepsbeoefenaren noemen zich “professional”. Net nog geen professor, maar toch wel een beetje iets in de buurt. Zo’n “professional-status” brengt uiteraard de noodzaak tot allerlei vrijheden en autonomie met zich. Want je moet een professional niet in een keurslijf stoppen. De direkte relatie tussen opdrachtgever/klant en de beroepsbeoefenaar vindt plaats in een welhaast sacrale besloten sfeer waarin het aankomt op vertrouwen en persoonlijke dienstverlening. Een formulier invullen is al snel bureaucratische ballast, een manager al gauw niet productieve overhead.
Gisteren haalden we onze Ford Transit op bij Ben Hannink Autoschadebedrijf. Geen louche branche meer waarin de spuitinrichting niet voldoet aan de milieu, noch aan de ARBO-eisen. Een keurige balie, een soepele intake, en een reserveauto tot je beschikking. Alle sores met de verzekeringsmaatschappij, de autoschadebedrijven hebben rechtstreeks contracten met de assuradeuren, wordt geregeld en afgehandeld door een van de attente en aardige medewerkers van Ben. En bovenal je auto wordt tot in de puntjes verzorgd afgeleverd. Werk van professionals, zo zou ik zeggen, en dat om meerdere redenen.
Met Koen besprak ik aan de borreltafel of het Ben Hanninkmodel ook niet van toepassing zou kunnen worden gemaakt op bijvoorbeeld de gezondheidszorg. De huisarts als eerste lijns schadeexpert en voor een beetje uitdeuken en bijspuiten naar de polikliniek.. Ziekenhuizen werken als het autoschadebedrijf en hebben een eigen contract met de verzekeringsmaatschappijen.
Ik heb de autoschadejongens nog nooit horen klagen over DBC’s en een overload en aan administratieve lasten jegens de verzekeraar. Deze zal wel gek zijn want dan kost Ben Hannink nog meer. Natuurlijk is Ben wel op allerlei vlakken gecertificeerd, gekeurd en wordt’ie regelmatig gecontroleerd. In de autoschadebranche is dat de gewoonste zaak van de wereld, met , zo heb ik mogen ervaren, een weldadige uitwerking voor de klant.
Het Ben Hanninkmodel laat zien dat professionalisme en een strakke organisatie wel degelijk met elkaar verenigbaar zijn. Ben heeft er geen universitaire studie voor nodig gehad. Dat zal het zijn.

3.11.06

Wieteke aan gort

Soms hoor je iets op de radio, geheel per ongeluk, en denk je er niet over er een blogje van te maken. Maar bij deze kon ik het niet laten.
“Een dezer dagen”, zo kondigde de omroeper aan, “verschijnt het boek ”Aan tafel met Wieteke van Dort en vanwege die gelegenheid een kort gesprekje met de schrijfster”. Vervolgens een kletspraatje met Wieteke. Medebejaarde Willeke van Ammelrooij heeft het voorwoord geschreven. Ja natuurlijk, het boek is een mengeling van biografie, warme portretten, en van… recepten. Wieteke kennende zijn het, ja ja, Oosterse recepten. Adoe zeg…
Je wordt naarmate je ouder wordt steeds meer een karikatuur van jezelf, daar is geen ontkomen aan. Doch het zo benadrukken als Wieteke het doet. Oef. Je karikaturale type Indische vrouw op deze manier exploiteren, het is bijna erger dan het dwepen van Jan Peter met de V.O.C.
Ik veronderstel onmiddellijk dat onze Wieteke het niet breed heeft. Ze moet wel met dit soort boeken komen, haar oude imago telkens leven inblazen om haar kassa te laten rinkelen. Het heeft iets droefigs.
Het begin van medelijden werd echter meteen onderdrukt door het tabje diversen op haar website waarin een keur aan natuurgeneeskundigen wordt aangeprezen. Zo bezoekt onze Oma Lien tweemaal per jaar Jomanda. Ja Wieteke, ik kan me voorstellen dat je met dat Indische verleden in stille krachten bent gaan geloven, doch de pulp die je aanprijst maakt de afbladdering compleet. “Aan tafel met Wieteke van Dort”. Ik ben bang dat de tafel gaat bewegen, wellicht zelfs zweven. En dat met al die heerlijke Oosterse gerechten. Sambal bij? Adoe dat ontslakt zo fijn.

P.S. Wie leest dat soort boeken? Kent iemand een lezer van het werk van Wieteke: laat het me weten?

2.11.06

Aap-Mies-Notebook

Ik broed al twee weken op een ingezonden stuk voor bijvoorbeeld NRC. Daarin zet ik mijn idee uiteen over het verstrekken van laptops aan middelbare scholieren. Hiermee sla je vele vliegen in een klap. Geen gesjouw meer met een zware schoolboeken tas, gratis verstrekken van schoolboeken is digitaal een stuk makkelijker en goedkoper, alle scholieren hebben zowel thuis als op school de beschikking over een P.C. en het biedt een platform voor verdere innovatie van het onderwijs. Alvorens ik iets wegstuur laat ik mijn bloglezers graag kennismaken met mijn voorstel. De werktitel van mijn bijdrageis als de titel van dit blogje: Aap-Mies-Notebook. Via de link kom je bij het concept. Zelf vind ik het natuurlijk een heel goed idee, maar het verkopen van zo’n idee is natuurlijk heel andere koek.