
Gisteren haalden we onze Ford Transit op bij Ben Hannink Autoschadebedrijf. Geen louche branche meer waarin de spuitinrichting niet voldoet aan de milieu, noch aan de ARBO-eisen. Een keurige balie, een soepele intake, en een reserveauto tot je beschikking. Alle sores met de verzekeringsmaatschappij, de autoschadebedrijven hebben rechtstreeks contracten met de assuradeuren, wordt geregeld en afgehandeld door een van de attente en aardige medewerkers van Ben. En bovenal je auto wordt tot in de puntjes verzorgd afgeleverd. Werk van professionals, zo zou ik zeggen, en dat om meerdere redenen.
Met Koen besprak ik aan de borreltafel of het Ben Hanninkmodel ook niet van toepassing zou kunnen worden gemaakt op bijvoorbeeld de gezondheidszorg. De huisarts als eerste lijns schadeexpert en voor een beetje uitdeuken en bijspuiten naar de polikliniek.. Ziekenhuizen werken als het autoschadebedrijf en hebben een eigen contract met de verzekeringsmaatschappijen.
Ik heb de autoschadejongens nog nooit horen klagen over DBC’s en een overload en aan administratieve lasten jegens de verzekeraar. Deze zal wel gek zijn want dan kost Ben Hannink nog meer. Natuurlijk is Ben wel op allerlei vlakken gecertificeerd, gekeurd en wordt’ie regelmatig gecontroleerd. In de autoschadebranche is dat de gewoonste zaak van de wereld, met , zo heb ik mogen ervaren, een weldadige uitwerking voor de klant.
Het Ben Hanninkmodel laat zien dat professionalisme en een strakke organisatie wel degelijk met elkaar verenigbaar zijn. Ben heeft er geen universitaire studie voor nodig gehad. Dat zal het zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten