1.2.07

Verguld (1)

Donderdag kwamen de oude buurmeiden uit Goor, nu verspreid over gans het land, met hun partners, mijn enkele neven en nichten, zowaar de 86-jarige Tante Martha en natuurlijk Wolter en Klaske en de kinderen. Ik had een stapel fotoalbums, erfgoed van mijn ouders, op het podium klaargelegd en dat bleek een prima bron van vermaak. De kinderen vervulden hun barkeeperrol met glans. Er heerste een gemoedelijke en zeer genoegelijke sfeer waarin we op allerlei fronten bijkletsten.
Van de meiden Assink, Astrid moest verstek laten gaan omdat haar man de dag tevoren zijn arm had gebroken, kreeg ik drie nostalgische pentekeningen van uit Goor verdwenen bouwsels die ik van nabij heb gekend. Het achter onze tuin gelegen oude witte postkantoor waarin het loket eerder angst inboezemde dan dienstverlening uitstraalde, mijn oude lagere Malbergschool waarin ik samen met Ansje aan de schoolbel mocht trekken en de houten tribune op het GFC-veld waarvan de daaronder gelegen Spartaanse kleedkamers mij nog goed voor de geest staan. De vloekende stem van Betsie de Jong, het Eerste van GFC schaamteloos aanmoedigend, galmt mij nog in de oren.
Even nadat hij was vertrokken kwam aangetrouwde (te onderscheiden van de gewone) neef Gerrit wit weggetrokken terug. Op de parkeerplaats van het Worpplantsoen was het zijraam van zijn Nissan ingeslagen en het dashboard vernield. Een kwartiertje later kwam nicht Ineke, de echtgenote, ook binnen, die, gierend om Gerrits ontdaanheid, beduidend minder zwaar tilde aan het voorval. “Da kriej noe met zonne patserwaag’n”, kraaide ze het uit. Pas rond enen arriveerde de politie met snuffelhond en kon de avond worden afgesloten voor de achtergebleven, enigszins van sensatie houdende, familieleden. Het besluit van een gedenkwaardige eerste feestavond voor mijn 50e verjaardag.

Geen opmerkingen: