
De sleet komt wat in ons theater. De bezoekers worden al maar ouder. Omdat er geen cafe meer beneden is wordt een nazit aan de bar boven al snel wat kalig. En we herhalen ons wellicht wat te makkelijk in de programmering. Die gedachte overviel me deze week toen ik een liederenavond bezocht waarvan ik had verwacht dat die wat feestelijker zou aflopen. ’t Is misschien echt wel tijd om wat samen met het Filmhuis te beginnen.
Toen ik twee dagen later met Peter op weg was naar de kroeg liepen we Jos tegen het lijf. Hij gaat de bibliotheek opnieuw leiden. En Peter en ik hadden het er al eerder over gehad dat het zo’n onzinnig plan is de binnenstad vol te proppen met een groot gemeentehuis (zie plaatje) De plek zou veel geschikter zijn voor een combinatie van bibliotheek, theater, filmhuis en een echte muziekzaal. Natuurlijk met een mooi grand-cafe er bij. De kans op leeftijdsmenging is groter, je kunt zaken multimediaal aanpakken en je krijgt een echte trekpleister waarin diverse culturele vormen kunnen bloeien. Maar er is al een prijsvraag geweest voor het nieuwe stadhuis en de kans dat het er komt is groot. Peter stelde me enigszins gerust. Eerst moet er een uitgewerkt plan worden gemaakt met een begroting die ongetwijfeld tegenvalt. We moeten een goed tijdstip afwachten.
Ik hoop wel dat het gaat lukken voor het moment dat we bij Bouwkunde een traplift moeten gaan aanschaffen.